De robots rukken op

KIJK-redactie

10 maart 2010 11:03

Bij de Amerikaanse luchtmacht spelen onbemande vliegtuigen een steeds belangrijkere rol. En in Irak en Afghanistan rijden al duizenden ‘vechtrobots’ rond. Gaan de westerse landen in de toekomst een oorlog voeren zonder mensen? En zal dat dan ook een onmenselijke oorlog zijn?

Als vlieger van een supersonische, zwaarbewapende F-15 behoorde Gary Fabricius tot de elite van de Amerikaanse luchtmacht. In 2002 kreeg hij een eigen squadron onder zijn hoede. Hoewel het een promotie was, voelde het als een degradatie. In plaats van F-15’s had dat squadron namelijk Predators: lelijke, onbemande vliegtuigjes die met zo’n 150 kilometer per uur voortpruttelen

Maar al na een maand op zijn nieuwe post was Fabricius ‘bekeerd’. Anders dan hij en veel andere mensen binnen de luchtmacht dachten, bleek de Predator aanzienlijk meer te zijn dan een veredeld stuk speelgoed voor nerds. Tijdens gevechten in Irak werden de camera’s van boven het slagveld cirkelende Predators gebruikt om Amerikaanse eenheden cruciale real time-informatie over de posities van de vijand te geven.

Bovendien namen de Predators zelf ook doelen onder vuur, met Hellfire-raketten. In december 2003 speelde het squadron van Fabricius een rol bij de opsporing en arrestatie van Saddam Hoessein. “We zagen hem uit zijn hol klauteren.”

In Afghanistan werden de Predators zo mogelijk nog belangrijker dan in Irak. Fabricius kan nu alleen maar concluderen dat hij veel meer gevechtsmissies achter de rug heeft dan zijn voormalige F-15-collega’s. En dat allemaal zonder een stap buiten de Verenigde Staten te zetten. Want de ‘piloten’ van de Predators die boven Irak en Afghanistan opereren, zitten veilig op een basis bij Las Vegas.

Het volledige artikel, geschreven door Leo Polak, staat in KIJK 4/2010, in de winkel van 12 maart t/m 7 april 2010.

Meer informatie:

Beeld: USAF