‘We gebruiken onze kristallen bol minder dan vroeger’

kijkmagazine

22 april 2016 11:00

mens van de toekomst

Adjunct-hoofdredacteur Jean-Paul Keulen over de mens van de toekomst en KIJKs voorspellende blik. 

KIJK heeft de afgelopen decennia al van alles voorspeld. Zo schreven we begin jaren tachtig dat “speciale effecten in films in de toekomst best weleens uit de computer zouden kunnen komen”, en voorzagen we de tablet lang voor de iPad ten tonele verscheen.

Altijd leuk, als je jezelf met dat soort voltreffers als visionair tijdschrift kunt neerzetten. Waarbij we dan vooral maar hopen dat niemand nog al die oude KIJKs opduikt waarin we voorspellingen deden die niet zijn uitgekomen.

De laatste jaren gebruiken we onze kristallen bol alleen wat minder dan vroeger. Oké, tot voor kort hadden we de reeks ‘Wat als…’, waarin we geregeld lustig over de toekomst speculeerden, maar voor de rest is KIJK tegenwoordig wat meer gegrond in het hier en nu.

Toch blijft het interessant om af en toe het heden even achter ons te laten. Zoals in het coverartikel van KIJK 5/2016, waarin wetenschapsjournalist Marysa van den Berg beschrijft hoe de mens zich de komende honderden of zelfs duizenden jaren gaat ontwikkelen. Uiteraard gebaseerd op de input van wetenschappers en betrouwbare literatuur, maar desondanks blijft het allemaal erg sciencefictionachtig aanvoelen.

Alleen: misschien onderschatten we dan vooral de huidige stand van zaken. Want brain-computer interfaces, gentherapie en exoskeletten bestaan inmiddels gewoon. En dus is het ook hoog tijd om ons af te vragen wat die technologieën met onze soort gaan doen. Verder is de vraag in hoeverre survival of the fittest nog voor onze soort opgaat absoluut legitiem, nu allerlei aandoeningen ons er niet meer van weerhouden onze genen door te geven. Kortom, zo futuristisch is Marysa’s artikel eigenlijk niet.

Wel claimen we ‘zo zien we er straks uit’ bij onze coverillustratie – en dat is natuurlijk een nogal stellige voorspelling. Maar goed, tegen de tijd dat het menselijke ras in zijn biologische en technologische evolutie op dit punt is aanbeland, lig ik allang onder de groene zoden.

Dus mocht een KIJK-lezer uit 3016 deze editie opduiken en constateren: ‘Ja maar… Zo zie ik er helemáál niet uit’ – dan hoef ik die boze lezersreactie gelukkig niet te beantwoorden.

Deze redactionele column verscheen ook in KIJK 5/2016