Weinig buit, veel doden: dat kenmerkte een reeks extreem gewelddadige overvallen die veertig jaar geleden in België plaatsvond. Het leidde tot de vraag of het hier wel om ‘gewone’ criminelen ging.
Tussen 1982 en 1985 vond in België een serie roofovervallen plaats die in totaal 28 mensen het leven kostte. Vorige week kregen de nabestaanden van de slachtoffers een brief dat het onderzoek naar de zogenoemde Bende van Nijvel wellicht zou worden afgesloten. En dat stuitte op veel onbegrip.
Hoewel de daders nooit gevonden zijn, ging het volgens justitie om ordinaire gangsters. Maar veel Belgen geloofden (en geloven) daar niets van. Wij schreven er een aantal jaren geleden een Complot!-aflevering over, die we nu hieronder gratis weggeven.
Lees ook:
- ‘Het geloof in complottheorieën heeft een evolutionair nut’
- Geheimen van het Stuxnet-complot eindelijk blootgelegd
De geruchten
De daders komen met hun voertuig op de parking en parkeren dit ter hoogte van de carwash. Minstens twee daders gaan naar het warenhuis. Op hun tocht schieten zij een jongen neer die daar met zijn fiets rondrijdt. Zij vuren eveneens op een persoon die naast zijn voertuig aan de krantenwinkel staat; hij overlijdt. Een man die affiches aanplakt, wordt aangemaand hun als gijzelaar naar het warenhuis te vergezellen.
De daders gaan het warenhuis binnen en doden een kassierster en een klant. Zij bevelen de kassiersters hun geld te plaatsen in plastiek zakken, gaan naar de burelen van de directie en doen één koffer open. (De tweede koffer kan niet geopend worden.) Hierna vuren zij op twee telefoontoestellen. Het geld uit de koffer wordt in een grijze vuilniszak opgeborgen (de biljetten van 1000 en 5000 frank worden niet meegenomen).
De daders verlaten, nadat zij het geld van de kassa’s hebben meegenomen, al schietend het magazijn, nog steeds vergezeld van hun gijzelaar. Voor de ingang van het magazijn rijdt een voertuig (Peugeot); het wordt onmiddellijk onder vuur genomen. In de nabijheid van hun wagen wordt hun gijzelaar doodgeschoten. Zij nemen de vlucht in de richting van Brussel.
Het bovenstaande is een deel van het politierapport over de overval op de Delhaize-supermarkt in Overijse, even ten zuidoosten van Brussel, op vrijdagavond 27 september 1985. Een halfuur eerder was ook de Delhaize-vestiging in Eigenbrakel, 15 kilometer verderop, beroofd. Daar vielen drie doden.
Opnieuw het rapport: De daders dragen carnavalsmaskers van volgende types: oude man; type Frans
politicus (Chirac). Ze zijn in het donker gekleed (lange parka? legeruitrusting?). De houding van de daders: kalm; goed georganiseerd; militair. Koelbloedig afmaken van hun slachtoffers zonder blijkbare reden. Deze personen zijn zeer gevaarlijk.
Totale buit van de overvallen in Eigenbrakel en Overijse: 1,2 miljoen frank (30.000 euro). En daarvoor werden dus acht mensen doodgeschoten. Weinig buit, veel doden. Het leek een constante factor te zijn in het optreden van de groep misdadigers die sinds een overval op een Colruyt-supermarkt in Nijvel (17 september 1983; drie doden; opbrengst: bonbons en een paar flessen drank) in de media als de ‘Bende van Nijvel’ bekendstond.
Langzaam maar zeker werd duidelijk dat veel slachtoffers van de door deze bende gepleegde berovingen en moorden elkaar gekend hadden en/of iets van bepaalde onfrisse zaken wisten. Dat kwam overigens niet aan het licht door toedoen van politie of justitie, maar door speurwerk van Belgische journalisten, zoals verslaggevers van het weekblad Humo.
Zo was een van de vijf doden in Overijse bankdirecteur Léon Finné. Hij zou betrokken zijn geweest bij de stiekeme verkoop van wapens aan landen in het Midden-Oosten. Voor het wapentuig werd met drugs betaald. (Er waren trouwens ooggetuigen die met de hand op het hart verklaarden dat Finné op het moment van de overval al niet meer leefde en door de daders tussen de andere lijken werd gelegd.)
De wapenhandelaren zouden elkaar hebben ontmoet in restaurant Les Trois Canards in Ohain. De eigenaar van die tent, Jacques Van Camp, werd in oktober 1983 vermoord. Jacques Fourez, een van zijn kennissen, is dan al een maand dood, samen met zijn vriendin Élise Dewit neergeschoten terwijl ze ‘toevallig’ tijdens de overval voor de Colruyt in Nijvel stonden. De twee runden een seksclub en zouden erotische feesten, zogeheten ‘roze balletten’, hebben georganiseerd waaraan allerlei hoge figuren meededen – onder anderen de toenmalige prins Albert, die in 1993 aantrad als koning Albert II.
Tot zover enkele slachtoffers. Maar wie waren les tueurs du Brabant, zoals de bende in de Franstalige media heet? Daar hadden complotdenkers een snel antwoord op: leden en ex-leden van de rijkswacht. Bij dit politiekorps, dat ook wel ‘een staat in de staat’ werd genoemd en een uitgebreide reputatie op het gebied van corruptie en machtsmisbruik had, liep destijds een stelletje halve en hele fascisten rond. De veelvuldig met de Bende van Nijvel in verband gebrachte ex-rijkswachter Martial Lekeu zei in een interview: “We groetten elkaar zoals de nazi’s dat deden. Telkens als we in de kantine of in de gangen onze hakken tegen elkaar klikten, hoorden we anderen dat ook doen.”
Een andere voormalige rijkswachter, Madani Bouhouche, vermoordde Juan Mendez, commercieel directeur van de Luikse gewerenfabriek FN. Ook Mendez zou van de geheime wapendeal hebben geweten. Verder vallen nogal eens de namen van Bob Beyer, eveneens ex-rijkswachter, Jean Bultot, een voormalige gevangenisfunctionaris met extreemrechtse sympathieën, en Robert ‘Baloo’ Becker, een schimmige figuur uit de wondere wereld van de autosloperijen.
Vormden deze heren met enkele handlangers een doodseskader dat getuigen (van de wapenhandel, van de seksfeesten) uit de weg ruimde terwijl die nietsvermoedend boodschappen deden? En dienden de andere slachtoffers daarbij als camouflage? Of was er meer aan de hand?
Er is ook een verhaal dat de Bende van Nijvel met zijn ogenschijnlijk blinde terreur in België voor een klimaat moest zorgen waarin een rechtse staatsgreep (orde en gezag!) mogelijk moest worden. Een iets minder ingewikkelde samenzweringstheorie: door flink om zich heen te schieten, probeerden de (ex-)rijkswachters voor elkaar te krijgen dat het budget voor het korps flink omhoogging, zodat het buitensporige geweld kon worden aangepakt. (Er kwam inderdaad een heleboel extra geld voor de rijkswacht los.)
Op zaterdagavond 9 november 1985 sloegen de gangsters toe in de Delhaize-supermarkt van Aalst. Ze knalden iedereen neer die ze in het vizier kregen. Er vielen acht dodelijke slachtoffers. Een van hen: Jan Palsterman, een zakelijke relatie van de bankier Finné. Dit bloedbad was meteen de laatste actie van
de bende. Misschien was de hitlist nu helemaal afgewerkt. Ook werd rond die tijd een andere beruchte groep criminelen, geleid door Philippe De Staercke, opgerold. Een van de leden daarvan verklaarde later: “Nu zou het lijken dat wij de Bende van Nijvel waren.”
De feiten
De geschiedenis van de Bende van Nijvel begon officieel op 13 maart 1982 met de diefstal van een jachtgeweer uit een wapenwinkel in Dinant. Maar het kan net zo goed ook ruim drie maanden eerder
zijn geweest, want ergens tussen 31 december 1981 en 2 januari 1982 verdwenen uit de rijkswachtkazerne in het Brusselse Etterbeek onder andere twintig Heckler & Koch-mitrailleurs (wat vuurwapens betreft op dat moment de absolute top) en vier riot-guns van de nieuwste generatie. Het was de best beveiligde kazerne van heel België: de basis van de Diane-brigade, het ‘speciaal interventie-eskadron’ van de rijkswacht.
Vermoedelijke leider van de dieven: Madani Bouhouche, dan nog rijkswachter (en tijdens de overval naar verluidt in uniform). Ballistisch onderzoek heeft uitgewezen dat bij alle Nijvelovervallen dezelfde wapens zijn gebruikt, en in veel gevallen waren die dus van de rijkswacht gestolen (of geleend?). Bouhouche was een wapenfanaat. Veel spullen uit de collectie van de door hem vermoorde Juan Mendez werden in een van zijn garages aangetroffen.
Hij gaf schietlessen aan leden van bewegingen die banden hadden met de rechtervleugel van de Waalse christendemocratische partij PSC. Het betrof vooral practical shooting. Bij deze internationaal beoefende ‘sport’ gaat het om snel bewegen, van dichtbij schieten, en het gebruik van zware vuurwapens (met een kaliber van ten minste 9 millimeter). Kortom, een bijkans militaire discipline die in zijn combinatie van agressiviteit en koelbloedigheid aan de methodes van de Bende van Nijvel doet denken.
Helaas komen veel ‘onthullingen’ over de bende van op zijn zachtst gezegd onbetrouwbare figuren zoals de eerdergenoemde ex-rijkswachter Martial Lekeu, die naar de VS vluchtte en daar onder de naam David Marshall Adams privédetective werd. Zodra Lekeu in 1989 merkte dat justitie belangstelling voor hem kreeg, schreef Humo, “zocht hij contact met Belgische journalisten en husselde als een volleerd desinformant waarheid, leugens en kolder door elkaar. (…) In zijn verklaringen probeerde hij klaarblijkelijk zijn eigen betrokkenheid en die van anderen, wier identiteit hij ongetwijfeld kent, te verdoezelen.” En de gangster Philippe De Staercke had in 1991 ongetwijfeld ook zo zijn redenen om in een brief vanuit de gevangenis te beweren dat hij bij de overvallen in Eigenbrakel, Overijse en Aalst betrokken was.
Aan de andere kant was er iemand als de Dendermondse onderzoeksrechter Freddy Troch. Toen die van de officiële lijn afweek dat de Bende van Nijvel uit ‘gewone’ criminelen bestond en in de richting van rechtse extremisten ging graven, werd hij in 1991 door PSC-minister van Justitie Melchior Wathelet van het onderzoek gehaald.
Daarna verzandde de zaak. Wathelet was trouwens ook de man die in 1992 besloot de tot 13,5 jaar cel veroordeelde kinderverkrachter Marc Dutroux vervroegd vrij te laten. Een besluit met rampzalige gevolgen, zoals in 1996 zou blijken. Toen werd Dutroux opgepakt voor het ontvoeren van zes meisjes, van wie hij er vier had vermoord.
Zaak gesloten?
Het reusachtige dossier over de Bende van Nijvel belandde in twaalf archiefkasten in Charleroi. Op verzoek van een parlementaire commissie ploegden de Nederlandse criminoloog Cyrille Fijnaut en diens Belgische collega Raf Verstraeten er in 1997 doorheen. Hun conclusie: de daders van de tussen 1982 en 1985 gepleegde overvallen waren niets meer of minder dan gewelddadige bandieten over wie in de loop der jaren allerlei mythes ontstonden. “Hele hoofdstukken en boeken over de bende kunnen zo de vuilnisbak in”, zei Fijnaut tegen de Volkskrant.
Sinds de Delhaize-slachtingen heeft België diverse andere geruchtmakende affaires achter de rug, zoals de moord op de Waalse politicus André Cools (1991), de door de ‘hormonenmafia’ georganiseerde liquidatie van de veearts Karel Van Noppen (1995), en natuurlijk de zaak-Dutroux. Het enige lichtpuntje in dit verhaal is dat de Belgische justitie in 2015 besloot om de verjaringstermijn voor zware misdrijven van twintig naar dertig jaar te verlengen. De mensen die onderzoek doen naar de Bende van Nijvel kregen dus nog tot 2025 om de zaak tot een goed einde te brengen.
Om de zoveel tijd lijken er nieuwe aanwijzingen op te duiken die voor een doorbraak zouden kunnen zorgen. Zo werd in 2017 bekend dat de voormalige rijkswachter Christiaan Bonkoffsky enkele jaren eerder op zijn sterfbed tegenover zijn broer had opgebiecht dat hij de lange overvaller was die in de media de
bijnaam ‘de reus’ had gekregen. Maar in april 2018 verklaarde de politie dat er ondanks noeste arbeid “amper concrete elementen” waren gevonden “om die beloftevolle these te onderbouwen”.
Dit artikel verscheen in 2021 ook in de succes Complot!-special, die je hier nog kunt kopen.
Tekst: Leo Polak
Beeld (header): SIPA/SUNSHINE