Internet is nog jong, beloftevol en besloten wanneer een groepje Nederlandse hackers midden jaren tachtig erin binnendringt. Maarten Reijnders verdiepte zich in deze idealistische krakers, en schreef een boek over hun werkwijze én hun naïeve dromen: De hackers die Nederland veranderden.
Het meest sinistere dat Maarten Reijnders zelf ooit op internet uitspookte? Via semilegale software als Napster en Kazaa downloadde én uploadde hij mp3’tjes. “Ik ben technisch niet bijster getalenteerd, dus ik heb me nooit gewaagd aan meer hachelijke operaties”, zegt de politicoloog en ervaren tech-journalist lachend.
Voor zijn nieuwste boek De hackers die Nederland veranderden sprak Reijnders tientallen (ex-)hackers over het gouden tijdperk van het computerkraken: de jaren tachtig. Het prille internet is dan nog grotendeels een besloten netwerk, voorbehouden aan militaire, academische en gouvernementele elites. De gemiddelde Nederlander heeft geen toegang tot de interessantste gebieden van deze nieuwe wereld, en dat zint sommigen allerminst. Het internet moet vrij zijn, vinden zij.
‘Soms hoopt hij dat het hem niet té makkelijk wordt gemaakt’
Dat vindt ook de recalcitrante Amsterdammer Rop Gonggrijp, een zestienjarige vwo-scholier die in 1983 al enige faam geniet bij zijn klasgenoten. Niet vanwege zijn lange haren, maar vanwege zijn – geflopte – poging om de lerarenvergadering af te luisteren met verborgen microfoontjes. “Gonggrijp zou uitgroeien tot de ideologische en creatieve spilfiguur van de Nederlandse hackbeweging. Ik móest hem dus spreken voor mijn boek”, vertelt Reijnders. “Maar hij stond aanvankelijk niet te springen. Ik moest eerst maar langsgaan bij de andere hackers, mailde hij me. Achteraf ben ik blij dat ik dat heb gedaan, want toen ik hem uiteindelijk sprak, bleken zijn roemruchte wapenfeiten waar iedereen me over had verteld, sterk vervaagd in zijn geheugen.”
Vier decennia eerder gaat Gonggrijp nog prat op zijn haarscherpe wereldvisie. School is een variant op de gevangenis. Leraren zijn simpele dienaren van het systeem. Dat hij bij gymles steevast als laatste wordt gekozen en dat zijn rapportcijfers te wensen over laten, heeft geen enkele invloed op zijn zelfvertrouwen. Zijn ogen zijn gericht op een groter doel. Elke avond en nacht ratelen zijn vingers over hoge, crèmekleurige toetsen. Wanneer er op zijn imposante beeldbuismonitor weer een inlogmenu verschijnt, begint de lol pas echt. Soms hoopt hij dat het hem niet té makkelijk wordt gemaakt. Dat ze niet weer zo dom zijn geweest om ‘test’ of ‘admin’ als wachtwoord te gebruiken.
Gonggrijp werkt later samen met vrienden om allerlei instanties te hacken, waaronder het RIVM, de Postbank en politiecomputers van de douane. Het hele interview met Maarten Reijnders lees je in KIJK 1/2024. Eenvoudig online te bestellen via de knop hieronder.
Tekst: Sebastiaan van de Water
Beeld: Allard Faas