Vanaf 7 september strijden experimentele zeilschepen in de Baai van San Francisco weer om de America’s Cup. Als ze heel blijven tenminste, want de jongste generatie race catamarans is extreem licht en gevaarlijk snel.
“Racen met deze nieuwe 72-voets catamarans is een sprong in het onbekende”, zei Russell Coutts een maand of wat geleden letterlijk. Coutts is de chef van Oracle Team USA en hij had het over de schepen waarmee de beste zeilers ter wereld straks om de America’s Cup strijden.
Deze racemonsters zijn van een andere planeet. Ze accelereren na een draai door de wind in een paar seconden naar topsnelheid. Simpelweg varen gaat ze niet hard genoeg; deze dubbelrompige machines vliegen letterlijk over het water, als gigantische langpotige insecten. Maar ze zijn ook moeilijk te besturen en heel breekbaar.
Zoals de Formule 1 in de autowereld een broedplaats voor nieuwe technieken is, zo is de America’s Cup dat in de zeilsport. Dat was hij al toen de schepen nog van hout waren, en dat is hij in het huidige ‘koolstofvezeltijdperk’ ook nog. Het begon in 1851 met een prestigerace rond het eiland Wight tussen de tweemaster America en de snelste schepen van de Britse vloot.
Nog altijd vindt de strijd om de ‘Auld Mug’, zoals de cup ook wel wordt genoemd, in kustwateren plaats. En ook nu nog kunnen teams de titelhouder uitdagen. Die bepaalt vervolgens met welk type schip de strijd wordt gestreden, en waar. Zijn er meerdere uitdagers, dan varen die eerst onderling maximaal zeventien races om te bepalen wie de eindstrijd aan mag gaan.
Dit is het begin van een artikel uit KIJK 9/2013. Dit nummer ligt in de winkel van 26 juli tot en met 22 augustus.
Meer informatie:
Tekst: Leonard van den Berg
Beeld: Oracle Team USA