Lachrimpels, baarden, rookwolken: in het Disney Research Lab te Zurich werken wetenschappers aan de laatste animatietrends. KIJK ging er langs en sprak met de onderzoekers. “Realistische gezichten maken, is het moeilijkste wat er is.”
Hij zegt het net iets te gehaast. En zo zacht dat het nauwelijks hoorbaar is. “Mijn naam is Stephan Mangold. En ik ben een imagineer.” Zijn gemompel verraadt dat Mangold nog aan de term moet wennen. Hij is opgeleid als elektrotechnicus, en dat klinkt toch professioneler. Maar wie aan de slag gaat voor Disney, krijgt de titel er vanzelf bij.
Zes jaar werkt Mangold samen met pakweg vijftig collega’s bij het Disney Research Lab in Zurich: de enige Disneyvestiging in Europa en een van de twee Research Labs wereldwijd (het andere staat in Pittsburgh). Het instituut wil “een brug slaan tussen creativiteit en technologie”. Ervoor zorgen dat Disney met zijn tijd meegaat, kortom. Dat de tekenfilms de beste computergraphics bevatten.
Sinds het bedrijf Disney in 1923 begon, is er nogal wat veranderd in de animatiewereld. In het Disney Research Lab zelf, vlak naast de technische universiteit ETH, herinneren alleen de ingelijste pentekeningen van The jungle book nog aan de tijd dat films volledig met de hand werden geschetst.
Dit is het begin van een artikel te vinden in KIJK 2/2015. Dit nummer ligt in de winkel van 15 januari tot en met 18 februari 2015.
Meer informatie:
- KIJK – Disney leert beter omgaan met licht in mist
- Swissinfo.ch – When Swiss scientists went to Hollywood
- Disney Research – Medusa performance capture system
Tekst: Gemma Venhuizen
Beeld: Walt Disney/Animation Studio