De auto grijpt het stuur

André Kesseler

17 september 2013 09:00

Vergeet vliegende auto’s of rijdende raketten. De echte auto van de toekomst is als een lift. Je drukt op een knopje en hij komt aanzoeven, en vervolgens doet hij zelfstandig al het werk. Wanneer wordt de autonome auto alledaagse werkelijkheid? En willen we dat eigenlijk wel?

Norman Bel Geddes, een van de organisators van de New York World’s Fair, zag het in 1939 helemaal zitten: “In de jaren zestig zullen de auto’s en de snelwegen waarop ze rijden, voorzien zijn van apparaten die de fouten van mensen zullen corrigeren. Ze zullen voorkomen dat een chauffeur de mist ingaat. Ze zullen hem helpen om drukke kruispunten over te steken, zonder snelheid te verminderen maar ook zonder gevaar voor zichzelf of voor anderen.”

Om die toekomst te schetsen, was er op de wereldtentoonstelling een 4000 vierkante meter grote maquette te zien met 500.000 gebouwen, 1 miljoen bomen, 50.000 auto’s, snelwegen en steden. Het publiek vergaapte zich aan de brede wegen waarover fraaie, gestroomlijnde automobielen moeiteloos door het overige verkeer laveerden.

Helaas – zo gemakkelijk bleek het allemaal niet. De auto’s van de jaren zestig waren weliswaar prachtig, maar niet veel veiliger dan auto’s van voor de Tweede Wereldoorlog. Maatregelen als kreukelzones, autogordels, airbags en wegklappende stuurkolommen brachten daar later wel verandering in, maar één onbetrouwbaar en onveilig onderdeel bleef hardnekkig in de auto zitten: de mens achter het stuur.

Maar hoe lang duurt het nog voordat de mens écht achter het stuur is verdwenen? Wat moeten we ons daarbij voorstellen – en willen we dat eigenlijk wel? KIJK blikt in de auto van de toekomst.

Dit is het begin van een artikel, te vinden in KIJK 11/2013. Dit nummer ligt in de winkel van 20 september tot en met 17 oktober.

Meer informatie:

Beeld: Steve Jurvetson/CC BY-SA 2.0