Tweehonderd jaar geleden kwam Napoleon ten val. Hij was een dictator die half Europa zijn wil oplegde en daarbij letterlijk over lijken ging, maar de Fransen vereren hem nog steeds als een halfgod. In een nieuw boek houdt Bart Van Loo de man en de mythe tegen het licht. KIJK sprak met de schrijver.
KIJK: Er zijn bibliotheken vol geschreven over deze man. Waarom nóg een boek over Napoleon?
“Napoleon is overal, niet alleen in de literatuur of de politiek, maar zelfs in de Franse keuken, waar gerechten naar hem zijn vernoemd. Ik kwam er niet meer onderuit: ik moest een boek over hem schrijven. De mensen weten amper nog iets van hem. Waterloo, dat kennen ze wel, maar verder… Het laatste standaardwerk in het Nederlands is een knoert uit 1946. Dat is in Frankrijk natuurlijk wel anders. Maar daar vindt amper een kritisch debat over Napoleon plaats. De meeste Franse auteurs schrijven nog steeds vol bewondering over de man die miljoenen mensen de dood in heeft gejaagd. En nog steeds denken sommige mensen dat het tijd is voor zo’n sterke leider. Het leek me daarom goed om de degens te kruisen met deze Corsicaan.”
Hoe komt Napoleon in de revolutie bovendrijven?
“In het begin is hij nog een stip temidden van het revolutionaire gewoel. Maar die stip wordt groter en groter, tot hij de hele revolutie opvreet. Napoleon komt precies op het juiste moment. Hij staat er een beetje buiten, als Corsicaan, waardoor hij nooit onder de guillotine terechtkomt. Terwijl het land op apegapen ligt, klimt hij op in de militaire hiërarchie en leidt hij een succesvolle veldtocht in Italië. Dat levert hem een ware heldenstatus op. Die buit hij volledig uit. Hij laat kranten maken die hem portretteren als geniale veldheer, en bovendien als de aanstichter van orde en vrede in Italië. Vervolgens gaat hij in 1798 naar Egypte, in een rampzalige poging om de Engelsen en de Ottomanen te verslaan. Hij is dan pas 29 jaar. Als hij in Egypte te horen krijgt dat het in Frankrijk weer een bende is, gaat hij naar huis. Hij deserteert gewoon! Hij laat zijn soldaten in de steek en vertrekt naar Parijs. Zelden heeft een volk zo naar een leider gesnakt. En zelden heeft een leider zo naar een volk gesnakt.”
Hij grijpt dus de macht. Maar dat kan toch alleen als hij steun van anderen krijgt?
“De gegoede burgerij steunt hem. Die denkt: het is maar voor eventjes. En door zijn ordelijke maatregelen kan hij nog even verbloemen dat hij gewoon een dictator is. Hij houdt mensen in het gareel door ze goedbetaalde adviesbaantjes te geven. Hij onderscheidt mensen met het Legion d’Honneur – waarvan hij zegt dat het gewoon ‘een rammelaar’ is. Ondertussen bouwt hij een politiestaat op. En omdat hij weet dat hij legitimiteit mist, probeert hij uit alle macht een dynastie te stichten. Hij kroont zichzelf zelfs tot keizer. Terwijl het koningschap nog geen tien jaar geleden door derevolutie is afgeschaft! Die gespletenheid laat hij altijd zien. Hij verraadt de revolutie, maar verovert ondertussen half Europa om de revolutie te brengen.
Dit is een fragment van een interview, te vinden in KIJK 1/2015. Dit nummer ligt in de winkel van 11 december 2014 tot en met 14 januari 2015.
Meer informatie:
Tekst: Frank Mulder
Beeld: Hollandse Hoogte