Akkers vol brandstof

KIJK-redactie

24 juni 2011 13:00

Aardolie vervuilt het milieu, maakt ons afhankelijk van instabiele landen en wordt steeds moeilijker te winnen. Tijd dus om hard aan de slag te gaan met een veelbelovend alternatief: biomassa. En dan niet alleen als energiebron, maar als grondstof voor van alles en nog wat.

Elk uur schijnt de zon met meer energie op aarde dan de wereldbevolking in een jaar gebruikt. Planten zetten een groot deel van deze energie om in zogenoemde biomassa. En de energie die in deze biomassa zit, kun je er ook weer uit halen. Dit is het geval bij een biobased economy: een economie die volledig op biomassa draait. Er worden dus niet alleen planten verbouwd om ze op te eten, maar ook om er materialen, chemicaliën, transportbrandstoffen en elektriciteit van te maken. Dieren leveren trouwens ook biomassa. De NASA maakt zelfs testvluchten met een vliegtuig dat zijn energie haalt uit een biobrandstof van kippenvet.

Strikt gezien leven we al in een bio-economie. Olie bestaat namelijk uit fossiele biomassa, in de vorm van planten die miljoenen jaren geleden de zonne-energie van toen opsloegen. Die biomassa is in de loop der tijd ondergronds geconcentreerd geraakt tot een dikke zwarte prut. En die zwarte prut levert nu problemen op. Want zoals in KIJK 10/2010 al te lezen was: de economisch winbare olie raakt op.

Daarnaast is het gebruik van olie milieuvervuilend; er wordt koolstofdioxide bij uitgestoten die miljoenen jaren geleden is opgenomen. Dit brengt de samenstelling van onze atmosfeer uit balans en dat is een van de belangrijkste oorzaken van de klimaatverandering. Tot slot is het niet bepaald fijn om afhankelijk te zijn van andere landen voor de eigen energiebehoefte, vooral niet wanneer dit politiek instabiele landen als Libië, Iran of Irak zijn.

Dit alles samen maakt benzine uit olifantsgras opeens wel erg aantrekkelijk. De hoogste tijd dus om aan een economie te denken die op verse biomassa draait in plaats van op fossiele. Bovendien is ons land bij uitstek geschikt voor een bio-economie, stelt Marten Hamelink, medewerker bij het interdepartementaal programma biobased economy van de Nederlandse overheid. “Wij hebben de sterke chemische industrie om biomassa om te vormen tot producten, de Rotterdamse haven voor export en import, een sterke agrarische sector én de benodigde kennis.”

Dit is het eerste gedeelte van een artikel uit KIJK 8/2011, in de winkel van 1 juli tot en met 28 juli.

Meer informatie:

Beeld: NASA