Door de fascinerende voorbeelden is Het houdt niet op een intrigerend boek over obsessieve-compulsieve stoornissen geworden.
Eén opmerking van een vriend zorgde ervoor dat in het hoofd van David Adam het idee werd geplant dat hij weleens aids zou kunnen krijgen. Vervolgens ging die gedachte zijn hele leven beheersen en controleerde hij alles om zich heen op mogelijk besmet bloed.
Adam leed – en in zekere zin lijdt – aan een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS), het onderwerp van Het houdt niet op. Hierin staan vragen als ‘wat is volgens de huidige stand van zaken binnen de wetenschap de oorzaak van zo’n stoornis?’ en ‘wat je ertegen kunt doen?’ centraal. Die informatie alleen had echter een wat droog geheel opgeleverd.
Gelukkig zijn er ook tal van cases in het boek opgenomen, van Freuds beroemde ‘Rattenman’ tot het Ethiopische meisje dat een muur van haar lemen huis opat. Die voorbeelden – hoe tragisch ook – zorgen ervoor dat Het houdt niet op ook voor niet-OCS’sers een intrigerend boek is geworden.