Man&Macht: El Comandante

KIJK-redactie

08 december 2010 13:00

Tussen alle grijze muizen van de wereldpolitiek lopen enkele opvallende figuren rond. We zien ze in het nieuws en verbazen ons over hun daden en uitspraken. Maar wie zijn deze mensen echt? Wat drijft hen? En hoeveel macht hebben ze eigenlijk? In de eerste aflevering van deze nieuwe serie: Fidel Castro.

In november 1940 wordt in Washington een brief uit Cuba bezorgd, bestemd voor president Roosevelt. In redelijk goed Engels vertelt de briefschrijver, die zegt twaalf jaar oud te zijn, dat hij blij is dat Roosevelt de verkiezingen heeft gewonnen en aan een nieuwe ambtstermijn mag beginnen. Maar de Cubaanse jongen vraagt ook om geld: een biljet van tien dollar, bij voorkeur met een handtekening van de president. “I have not seen a ten dollar bill green american and I would like to have one of them.” Hij ondertekent met: “Your friend, Fidel Castro.”

Deze Fidel Alejandro Castro Ruz werd op 13 augustus 1926 geboren in Birán, in het oosten van Cuba (in zijn brief aan Roosevelt jokt hij dus over zijn leeftijd). Zijn vader, Angel Castro, kwam uit het arme noordwesten van Spanje en woonde sinds 1899 op Cuba. Ten tijde van Fidels geboorte bezat Angel een aanzienlijke lap grond, waarop vooral suikerriet werd verbouwd. Hij had zo’n driehonderd man in dienst.

Fidel werd niet op de wereld gezet door de echtgenote van zijn vader, maar door Lina Ruz, een dienstmeisje met wie de bijna dertig jaar oudere Angel een verhouding had. Op zijn achtste ging Fidel naar een kostschool in Santiago de Cuba en vervolgens belandde hij in Havana op een door jezuïeten geleide middelbare school. Hij was een intelligente leerling, maar door een ernstig gebrek aan zitvlees besteedde hij meer tijd aan sport dan aan zijn schoolboeken.

Niettemin kon hij in oktober 1945 aan een rechtenstudie beginnen. Fidel raakte al gauw betrokken bij de politieke clubjes op de universiteit van Havana. Of misschien moeten we bendes zeggen, want veel leden ervan liepen rond met een pistool op zak en politieke geschillen leidden geregeld tot schietpartijen. Fidel vond het allemaal prachtig.

Dit is het eerste gedeelte van een artikel uit KIJK 1/2011, in de winkel van 17 december 2010 tot en met 13 januari 2011. De tekst werd geschreven door Leo Polak.

Meer informatie:

Beeld: AFP/ANP