Hugo Chávez, de bevrijder met dictatoriale trekjes

KIJK-redactie

02 mei 2011 13:00

Tussen alle grijze muizen van de wereldpolitiek lopen enkele opvallende figuren rond. We zien ze in het nieuws en verbazen ons over hun daden en uitspraken. Maar wie zijn deze mensen echt? Wat drijft hen? En hoeveel macht hebben ze eigenlijk? Deze maand: Hugo Chávez, president van Venezuela.

Por ahora. Oftewel: vooralsnog. Twee simpele Spaanse woorden in een verklaring die net iets langer dan een minuut duurde. Veel mensen hoorden er een belofte in; voor anderen klonken ze als een dreigement. Ze werden op 4 februari 1992 voor de camera’s van de Venezolaanse tv-stations uitgesproken door een jonge legerofficier die in de uren daarvoor had geprobeerd de macht te grijpen. Het plan was in duigen gevallen. Nu deed hij een beroep op de andere coupplegers om zich bij de feiten neer te leggen. “Kameraden, helaas is het vooralsnog niet gelukt onze doelstellingen in de hoofdstad te verwezenlijken. Waar jullie ook mogen zijn, jullie hebben goed werk geleverd, maar nu is het tijd voor bezinning. Er zullen zich nieuwe mogelijkheden voordoen om het land in de richting van een betere toekomst te sturen.”

Mede dankzij dat por ahora kende heel Venezuela in één klap de naam van de man met de rode baret. Deze Hugo Rafael Chávez Frías was op 28 juli 1954 geboren in Sabaneta, een dorp op de uitgestrekte grasvlakten in het westen van Venezuela. Zijn ouders verdienden de kost als onderwijzer in een dorpje enkele kilometers verderop. Omdat vader en moeder Chávez het niet breed hadden, werden Hugo en zijn oudere broer Adán in Sabaneta opgevoed door hun grootmoeder Rosa. Van jongs af aan was Hugo gefascineerd door haar verhalen over de strijd in de negentiende eeuw tussen de plaatselijke boeren en de grootgrondbezitters. Hij raakte besmet met het geschiedenisvirus.

Dit is het eerste gedeelte van een artikel uit KIJK 6/2011, in de winkel van 6 mei tot en met 2 juni. De tekst werd geschreven door Leo Polak.

Meer informatie: