Fijnstof kan niet alleen schadelijk zijn voor de gezondheid, maar schopt ook klimaatmodellen in de war. Het iSPEX-project gaat daarom het Nederlandse fijnstof in kaart brengen. Met behulp van sterrenkundige technieken én tienduizend amateurwetenschappers met een iPhone.
Normaal gesproken houdt sterrenkundige Frans Snik van de Universiteit Leiden zich bezig met exoplaneten die soms op wel honderden lichtjaren afstand staan. Maar tegenwoordig zitten er ook meer aardse zaken in zijn takenpakket. “Met het iSPEX-project gaan mijn collega’s en ik proberen fijnstof in de Nederkandse atmosfeer in kaart te brengen”, zegt Snik. “Oftewel: in de lucht zwevende deeltjes die kleiner zijn dan 10 micrometer.”
Dat klinkt als een opmerkelijke carrière-switch, maar zo vreemd is zijn aandacht voor fijnstof niet. Astronomen, onder wie Snik dus, trekken alles uit de kast om exoplaneten op te sporen. Dat doen ze door het licht van sterren minutieus te analyseren. En laat nou een van die methodes uitermate geschikt zijn om onze eigen atmosfeer op fijnstof te scannen.
Vervelende deeltjes
Er zijn veel verschillende soorten fijnstof, zegt Snik. Minuscule stukjes zout, opgewaaide zandkorrels uit de Sahara of roetdeeltjes uit de uitlaat van de auto… Als ze maar klein genoeg zijn, worden ze tot fijnstof gerekend. Soms is fijnstof schadelijk, soms niet. Dat hangt vooral af van de grootte en de samenstelling ervan. Snik: “Zout zweet je gewoon weer uit. Maar kleine roetdeeltjes zijn een heel ander verhaal.”
Er wordt momenteel al onderzoek naar fijnstof gedaan door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), maar dat kan geholpen worden met extra detectiemethodes. En dat is nodig ook. “Naast het feit dat fijnstof bij inademing schadelijk kan zijn, zorgt het voor grote onzekerheden in het toch al complexe klimaatonderzoek. Wetenschappers weten bijvoorbeeld dat fijnstof het broeikaseffect zowel kan versterken als afremmen, door zonlicht van de aarde ofwel te absorberen ofwel te weerkaatsen. Maar dat is een ingewikkeld proces dat niet volledig wordt doorgrond.”
Goed, het is dus belangrijk om fijnstof te meten. Dat kan met een complexe meetinstallatie of een dure satelliet. Maar met pakweg 10.000 iPhones gaat het volgens Snik en de zijnen ook. Natuurlijk is geen enkele iPhone standaard uitgerust met een fijnstofmeter. Wel met een camera, en daar gaat iSPEX handig gebruik van maken. Met een opzetstukje dat het licht als een soort prisma uit elkaar rafelt, kunnen de sporen van fijnstof in de atmosfeer worden gedetecteerd.
Fijnstof-app
Voor iSPEX is een app ontwikkeld die ‘thuiswetenschappers’ aanwijzingen geeft voor een goede fijnstofmeting. “Dat duurt niet langer dan twee minuten”, zegt Snik. “Daarna kan de smartphone meteen een grove inschatting maken van de luchtkwaliteit ter plaatse. Een indicatie van de luchtkwaliteit wordt dan direct als een vlaggetje op de kaart van Nederland geprikt. Vervolgens stuurt de app de data door naar een server en gaan wij met het RIVM, het KNMI en het instituut voor ruimteonderzoek SRON een grondige analyse doen van de data. In september hopen we een kaart te hebben van de fijnstofconcentraties in Nederland. Daarop moet te zien zijn wat de grootte van het fijnstof is. Hopelijk kunnen we dan ook bepalen wat voor soort fijnstof het is.”
Een experiment met maar liefst 10.000 onderzoekers dus. Gaat dat lukken? Snik: “Het inschakelen van zoveel mensen levert een zeker risico op, maar dat is denk ik wel het allerleukste aan iSPEX. Iedereen kan de wetenschap hier een handje helpen. De productie van de opzetstukjes en de ontwikkeling van de app zijn in volle gang. Het enige dat we nog nodig hebben zijn die duizenden smartphonegebruikers en een paar heldere dagen in mei of juni!”
KIJK-abonnees kunnen gratis het iSPEX-opzetstukje voor hun iPhone bestellen! Ga naar deze pagina voor meer informatie.
Tekst: Roel van der Heijden
Beeld: iSPEX