De legendarische Orange Jumper is met pensioen: een terugblik

André Kesseler

23 mei 2024 09:00

Orange Jumper

Frank Crébas/Blue Life Aviation

De J-066 is misschien wel een van de bijzonderste vliegtuigen van de Nederlandse krijgsmacht. Bijna een kwart eeuw lang zorgde deze Orange Jumper ervoor dat de rest van de F-16-vloot up-to-date bleef en veilig kon vliegen.

Het is bijna niet voor te stellen, maar ooit kocht de Koninklijke Luchtmacht maar liefst 213 F-16 Fighting Falcons. Het ging daarbij om 177 F-16A-eenzitters en 36 F-16B-tweezitters. Ter vergelijking: Nederland kocht in eerste instantie 46 F-35’s en bestelde er in 2022 nog eens zes bij.

De lichte, wendbare F-16’s werden aangeschaft om de F-104 Starfighters en de Northrop NF-5 Freedom Fighters te vervangen. In februari 1992 werd de laatste van de 213 toestellen in gebruik genomen. Een deel van de vloot, in licentie gebouwd door Fokker, ging naar de Verenigde Staten voor de jachtvliegeropleiding. Zelf hield de Koninklijke Luchtmacht rond de 180 inzetbare toestellen over, goed voor negen squadrons verdeeld over Nederland.

Een van de F-16’s maakte in 1998 een carrièreswitch en ging vanaf dat moment door het leven als de J-066 Orange Jumper. Die naam dankte hij aan de oranje kabels (jumpers, waarover verderop meer) die werden gebruikt en dat leidde tot de kangoeroe in het embleem van het toestel.

De J-066 groeide uit tot een onmisbaar vliegtuig dat er onder meer voor zorgde dat de levensduur van al die andere F-16’s meer dan verdubbeld kon worden en de toch al niet misselijke slagkracht van de Fighting Falcon in Nederlandse dienst nog verder werd opgeschroefd. Die Orange Jumper ging onlangs met pensioen. Een mooi moment voor een terugblik.

Lees ook:

Uit de pas met de VS

Defensie werkte al vanaf de jaren tachtig met het concept smart buyer, smart operator. Daarbij werd de kennis van bijvoorbeeld het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR) of TNO gebruikt om al het materiaal binnen de krijgsmacht zo optimaal mogelijk in te kunnen zetten.

Actie!

Nieuwsgierig geworden? Dan hebben we iets leuks. Speciaal voor KIJK-lezers organiseert het Nationaal Militair Museum (NMM) een meet & greet met de legendarische J-066 Orange Jumper. Mis die kans niet, want dichter bij de Orange Jumper kom je nooit!

Nu zit en zat er aan de andere kant van de oceaan nogal wat geld en innovatief vermogen. Was het dus niet wat overmoedig om te denken dat een klein land met een klein budget verbeteringen kon bedenken die in Amerika aan de aandacht waren ontsnapt?

Tjebbe “Speedy” Haringa was jarenlang testvlieger bij de Luchtmacht en werkt nu als Research Engineer bij het NLR. Hij reageert: “Zolang je ‘in de pas loopt’ met de Amerikanen is een eigen testcentrum en een eigen testvliegtuig ook niet echt nodig. Maar de VS verwerkten hun innovaties steeds in nieuwe modellen: Block 30, Block 40 en verder. Die kregen andere mogelijkheden, andere vleugels, digitale fly-by-wire… Uiteindelijk werden dat heel andere toestellen dan waar wij mee vlogen.”

Gert Jan Kobus was avionica- en luchtwaardigheidsspecialist bij de Luchtmacht en later bij de Militaire Luchtvaart Autoriteit (inmiddels is hij met pensioen). Hij voegt toe: “De Amerikanen hebben maar kort met de eerste versies van de F-16 gevlogen. Hun exemplaren stonden in no time op het vliegtuigkerkhof, terwijl wij daar nog tientallen jaren mee hebben gevlogen.”

Dit is het begin van het verhaal over de Orange Jumper. Het hele artikel lees je in het dubbeldikke zomernummer. Bestel deze editie in onze webshop, of eenvoudig via de knop hieronder.

Beeld: Frank Crébas/Blue Life Aviation