‘De verhalen over vreemde dieren knipte ik uit’

KIJK-redactie

28 augustus 2015 16:00

Kees Moeliker

Bioloog en conservator Kees Moeliker neemt afscheid van KIJK.

Toen ik een jaar of acht was, kreeg ik een abonnement op KIJK. Als ik me niet vergis vanaf jaargang 1, nummer 1. Het was toen nog een weekblad voor de jeugd, over wetenschap, natuur en techniek. Het tijdschrift had geen foto’s, maar was wel prachtig in kleur geïllustreerd en stond vol verhalen over robots, ruimteraketten en diepzeemonsters. Onweerstaanbaar voor jochies zoals ik. De bladenman bracht hem en ik keek ernaar uit.

Vooral de informatie over ruimtevaart (het was de tijd van de Apollovluchten en de eerste maanlanding) nam ik gretig in me op. De verhalen over vreemde dieren knipte ik uit. Het is bijna niet voor te stellen, maar in die tijd had je als kind alleen de gortdroge 26-delige encyclopedie, de Donald Duck en KIJK als informatiebronnen.

Mijn opwinding was groot toen ik eind 2013 door de redactie van dit fijne blad met zo’n lange historie werd gevraagd om een serie columns te schrijven. KIJK was geen kinderblad meer en ik moet bekennen dat ik – sinds de bladenman stopte – de band met de (nieuwe) KIJK was verloren, maar daar leed mijn enthousiasme om ervoor te schrijven niet onder. Ik mocht er zelfs voor op de foto, in allerlei standjes.

De opdracht was lekker breed – ‘over onwaarschijnlijk onderzoek’ – en ik kreeg de vrije hand wat betreft de onderwerpkeuze. Slechts één keer, toen ik diep onder de gordel dook, kreeg ik een stille wenk dat seks het domein van collega-columnist Ronald Giphard is. Sindsdien heb ik het nog wel aangedurfd om over menstruerende lapdancers, een epidemie van penisamputaties en kokhalzende homo’s te schrijven, maar verder hoop ik dat ik in totaal negentien stukjes een eigen geluid liet horen.

Vermoedelijk voelde u hem al aankomen: dit is mijn afscheidscolumn. Ik maak na anderhalf jaar plaats voor een nieuwe vormgeving en een ander geluid. Fijn dat u mij hebt gelezen en af en toe zelfs reageerde. Het was voor mij als KIJK-adept van het eerste uur een genoegen.

Kees Moeliker stond met zijn column in elk nummer van KIJK. Deze tekst werd gepubliceerd in KIJK 6/2015

Beeld: Studio 5982