KIJKs gadgetman Rik Peters over de invloed van nieuwe media op jongeren toen en nu.
Het tijdperk is overwegend visueel. Zo’n zin staat geregeld in brievenrubrieken van landelijke kranten. Een oude en vermoedelijk grijsharige zeurpiet met een naar zelfgerolde sigaretten riekende snor maakt zich in een handgeschreven bericht nogal druk over de jeugd van tegenwoordig – die immers enkel televisie kijkt en videospelletjes speelt en websites bezoekt, maar nooit eens een goed en bij voorkeur vooroorlogs boek leest.
Deze meneer heeft natuurlijk helemaal gelijk. Maar toch vergist hij zich. De openingsregel van deze column werd namelijk al eens eerder geschreven: in 1919, ver voordat SBS6 en Call of duty of www.kijkmagazine.nl überhaupt bestonden. En de auteur, historiscus Johan Huizinga, had het niet eens over zijn eigen tijd, maar over de veertiende en de vijftiende eeuw. Hij stelde: ‘De grondtrek van den laat-middeleeuwsen geest is zijn overmatig visueel karakter.’
In die periode verandert er van alles. Schilders bedenken het perspectief, knutselaars bouwen brillen, en mensen gaan meer lezen. Maar nog belangrijker: ze gaan lezen in stilte, terwijl voorheen alle woorden hardop werden uitgesproken. Vroeger werd belangrijke informatie altijd gehoord, nu wordt hij opeens gezien. Het wordt soms vergeten, maar een geschreven woord is óók een beeld.
Snelle tv-fragmenten, gewelddadige games en heftige Youtube-clips verschillen dus minder van geschreven krantenreportages en stoffige boeken dan vaak wordt gedacht. De nieuwe generaties moeten zich dus niet te veel aantrekken van die mopperkont uit de eerste alinea.
Maar dat deden ze toch al niet, want die luie en oppervlakkige jongeren van nu lezen waarschijnlijk geen ochtendbladen meer.
Rik Peters schreef jarenlang een column in de rubriek ‘Tech-Toys’. Deze tekst werd eerder gepubliceerd in KIJK 1/2015.
Beeld: Studio 5982