KIJK-hoofdredacteur Inge Fraters over haar ervaring met ‘moeilijke wiskunde’ en Einsteins relativiteitstheorie.
Ik had een heel raar vakkenpakket op de middelbare school. Nederlands, Engels, Frans, Grieks, geschiedenis, aardrijkskunde, economie 1… en wiskunde B. Een klassiek alfapakket dus, met een vreemde bèta-eend. Dat had ik te danken aan een decaan met een onnavolgbaar advies. Tot en met 4 vwo was ik eigenlijk overal wel goed in. Dus kon ik beter ‘moeilijke wiskunde’ kiezen, zo redeneerde hij, want dan zou ik kansberekening en andere ‘makkelijke wiskunde’ ook vanzelf begrijpen.
De man was zelf wiskundeleraar, dus ik nam het maar aan en begon vrolijk aan de vijfde klas. Om er vrijwel meteen achter te komen dat ik in de vier jaar ervoor alleen maar goed was in wiskunde omdat het domweg goed was uitgelegd. Compleet met enthousiaste armgebaren en een intrigerende logica waar geen speld tussen te krijgen was. Altijd afgesloten met een fijn samenvattend: “En wat is nu de moraal van dit verhaal…?” Ik werd dan oprecht blij van het antwoord – omdat ik het snapte en me slim voelde.
Nee, dan de wiskundelessen in 5 en 6 vwo. De eerste 10 minuten zat de docent zwijgend met zijn hoofd in zijn handen over zijn boek gebogen. Wij klooiden intussen wat aan of leerden Franse woordjes. Tot we collectief opschrokken, omdat de man opsprong en als een bezetene op het bord begon te kalken. Daarna ging hij weer zitten, staarde de klas in en zei met een peinzende blik iets als: “Weet je wat het is: meisjes hebben nu eenmaal geen ruimtelijk inzicht.”
Ergens na de kerst was hij steevast overspannen – waarna we de rest van het schooljaar les kregen van de decaan, die de schade probeerde goed te maken. Helaas was ik intussen onherstelbaar afgehaakt. Op mijn eindlijst stonden zevens, achten, negens… en een vier voor wiskunde.
Juist daarom ben ik een goede lakmoesproef voor al die intrigerende, harde bèta-verhalen in KIJK. Ik las ons mooie drieluik over Einsteins algemene relativiteitstheorie, zei tegen chef redactie annex bèta-man Jean-Paul wat ik eruit had gehaald – en kreeg te horen dat hij het niet beter had kunnen samenvatten. Niet alleen voel ik me dan blij en slim. Dan weet ik ook: dit is dus domweg goed geschreven.
Deze column vind je ook terug in KIJK 4/2015.