We hebben sterk de neiging om bij geopolitieke conflicten vooral naar factoren als macht, olie en geld te kijken. Maar emoties spelen minstens zo’n grote rol, zegt Dominique Moïsi. En hoewel die emoties tot gruwelijke situaties kunnen leiden, kan er volgens hem ook iets gunstigs uit voortkomen. KIJK sprak met de Franse expert op het gebied van de internationale betrekkingen.
KIJK: Hoe bent u als politicoloog bij emoties uitgekomen?
“Jaren geleden deed ik onderzoek naar het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Ik sprak daar met beide partijen, en er was iets wat me opviel. Bij de Palestijnen trof me vooral de vernedering die ze voelden, veroorzaakt door een lange periode van overheersing door westerse machten. Bij de Israëliërs bemerkte ik vooral wrok, naar Europa toe, het continent waar de Joden ooit op vertrouwden, maar dat ze in de steek heeft gelaten. Ik besloot dit toen breder te gaan trekken. Ik begon de wereld in kaart te brengen en te beschrijven welke emotie overheerste in een bepaald land of gebied. Natuurlijk, overal bestaat een mix van emoties. Maar net als bij een schilderij kun je best zeggen welke kleur overheerst. Mijn zoon is psychoanaliticus. En eigenlijk ben ik psychoanaliticus van landen en culturen. Ik wijs aan welke emoties positief zijn en welke je in het gareel moet houden.”
Dus emoties binnen de politiek zijn niet altijd negatief?
“Bij politieke emoties denk je misschien in de eerste plaats aan de massale nazibijeenkomsten in Neurenberg, of aan gemaskerde mannen met zwarte IS-vlaggen. Maar er zijn ook positieve emoties, die je ertoe aanzetten om het goede te doen. Die emoties moet je koesteren, zoals er ook emoties zijn die je moet afremmen. Want emoties kun je niet controleren. Ze beheersen jou. Ik heb gekeken naar de emoties die te maken hebben met vertrouwen. Vertrouwen zie ik namelijk als de basis van hoe een volk zich voelt en gedraagt. Je kunt hoop hebben voor de toekomst of er juist bang voor zijn. Angst hoeft niet slecht te zijn. Een konijn dat geen angst kent, wordt doodgeschoten door een jager. Maar overdreven angst is gevaarlijk. Er zijn mensen die hier politieke munt uit slaan. Naast hoop en angst zie ik nog een derde emotie, namelijk het gevoel van vernedering. Dat kan ook nuttig zijn; vernedering kan je aanzetten tot een grote inspanning om jezelf te bewijzen. Maar het kan ook leiden tot haat, totdat je zelfs bereid bent om de ander in je ondergang mee te sleuren.”
Welke emoties domineren hier bij ons, denkt u?
“Europa zie ik als het continent van de angst. Europeanen zien dat het gisteren goed was, vandaag iets minder, en morgen zal het wel nog slechter zijn. Er is een grote aardverschuiving gaande, zoals maar eens in de paar eeuwen gebeurt. We hebben de fakkel van de geschiedenis niet meer in onze hand. Ook de rol van de VS als leidende wereldmacht of als scheidsrechter is voorbij. Andere landen gaan het overnemen, maar zijn nog niet klaar of willen het nog niet. Rusland wil terug naar hoe het vroeger was, net als sommige bewegingen in het Midden-Oosten. Europa spreekt internationaal niet met één stem. Niemand heeft hier het stuur in handen. We zitten in een vliegtuig zonder piloot. Dat zorgt voor een enorme onzekerheid. In grote delen van Azië is dat precies andersom. Daar zie je overal, zelfs onder mensen die arm zijn, een geloof in vooruitgang. Vandaag is het namelijk beter dan gisteren, toen ze nog niks hadden. En morgen wordt misschien nóg beter. Azië is het continent van de hoop – van een positieve emotie dus. Het Midden-Oosten is het continent van de vernedering. Het verleden wordt er verheerlijkt, het heden is vreselijk en een toekomst bestaat niet.”
Dit is een fragment van een interview, te vinden in KIJK 3/2015. Dit nummer ligt in de winkel van 19 februari tot en met 18 maart.
Tekst: Frank Mulder
Beeld: Hollandse Hoogte