Van warlord naar drugsbaron

KIJK-redactie

02 januari 2012 13:00

West-Afrika

De eerste grote cocaïnevangst in West-Afrika stamt pas uit 2005. Maar daarna ging het razendsnel. Land na land raakte in de greep van drugskartels. In Guinee-Bissau wordt nu meer verdiend met drugssmokkel dan met al het andere bij elkaar. Hoe kon het zo uit de hand lopen?

Het West-Afrikaanse Senegal is straatarm, maar dat zou je niet denken in sommige wijken van de hoofdstad Dakar. Door de straten rijden glanzende terreinwagens, bestuurd door types die eruitzien als Amerikaanse rappers. Ze parkeren bij paleizen van huizen, omringd door palmbomen en zwembaden. ’s Nachts drinken ze champagne in dure nachtclubs. Het lijkt een Afrikaans succesverhaal, maar dat is het allerminst. De pracht en praal heeft namelijk een duistere herkomst: drugshandel.

Enkele jaren geleden sloeg het United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) alarm. Volgens de drugs- en misdaadwaakhond van de VN had West-Afrika zich in noodtempo ontpopt tot een mondiale doorvoerhaven voor drugs. Met name cocaïne uit Zuid-Amerika werd vaker en vaker onderschept. “Jaarlijks passeert inmiddels zo’n 50 ton cocaïne de regio, voornamelijk bestemd voor de Europese markt”, zegt Alexandre Schmidt, hoofd van de UNODC-afdeling West-Afrika. “De straatwaarde is miljarden dollars.”

Deze nieuwe status van drugsparadijs heeft West-Afrika ‘te danken’ aan een verschuiving van de wereldwijde cocaïnemarkt. Voorheen waren de VS het belangrijkste eindstation voor de cocaïnekartels uit Colombia, Venezuela en Bolivia. Maar die markt raakte verzadigd en de Amerikaanse War on Drugs maakte de zaken steeds lastiger. Bovendien eiste de georganiseerde misdaad in Mexico, op de route naar Amerika, steeds meer smokkelopbrengsten voor zichzelf op. Bloedige drugsvetes met de Zuid-Amerikanen waren het gevolg. In Europa was voor de drugskartels echter nog alle ruimte voor expansie. Inmiddels komen hier jaarlijks 300 miljoen ton aan land en volgens experts is de piek nog niet in zicht.

Dit is het begin van een artikel uit KIJK 2/2012, in de winkel van 13 januari tot en met 9 februari. De tekst werd geschreven door Nils Elzenga.

Meer informatie:

Beeld: ESA