De evolutionaire gebreken van onze voeten

KIJK-redactie

11 september 2014 11:40

Last van je rug? De hik? Te dik? De evolutie is de boosdoener. Want we mogen wel een eind gekomen zijn sinds onze voorouders aan land klauterden, we zijn nog verre van perfect. Neem onze voeten. Doordat ze zoveel gewicht moeten dragen, zijn ze erg vatbaar voor ontstekingen en blessures.

Als hij kon kiezen, zou onderzoeker Jeremy DeSilva liever struisvogelpoten hebben gehad. Bij wijze van spreken dan. De voeten van deze tweebenige dieren doen alles wat een mens van zijn voeten verlangt: ze zijn stevig, dragen veel gewicht en geven alle veerkracht die nodig is voor supersnel lopen en rennen. En dat allemaal voor weinig energie. Maar wij zitten opgescheept met mensenvoeten. Daar is de antropoloog van de Universiteit van Boston minder over te spreken. “Aan onze voeten is goed te zien dat evolutie met oude bouwstenen werkt”, zegt DeSilva. “Onze voorouders klommen in bomen. Om soepeltjes die takken te grijpen, hadden ze flexibele voeten met elk meer dan twintig afzonderlijke botjes. Net als bij chimpansees nu.”

Maar zoDe voet’n 3 miljoen jaar geleden lieten we ons naar beneden zakken en begonnen op twee benen te lopen. En vanaf dat moment moest de voet, met al die losse botjes, heel het lichaam dragen. “Dan zijn losse bouwsteentjes die allemaal ten opzichte van elkaar kunnen bewegen een slechte keus”, zegt DeSilva. De tussenoplossing van evolutie: extra spier- en bindweefsel die alle botjes bij elkaar houdt. Maar o wee als het misgaat. Want nu zijn het niet de botjes, maar de spieren en het bindweefsel die de klappen van ons lichaamsgewicht moeten opvangen. En dat leidt maar al te vaak tot blessures.

Dat gaat zo. Wanneer mensen hun voeten te veel of verkeerd belasten, ontstaan scheurtjes in het bindweefsel rondom de talloze middenvoets- en voetwortelbeentjes. En daardoor raakt het tamelijk snel ontstoken. Het gevolg: zwellingen en pijn die tot twee jaar kunnen aanhouden. Zulke ontstekingen komen bij chimpansees nauwelijks voor, weet DeSilva. Een struisvogel heeft van bindweefselontstekingen al helemaal geen last: zijn voet bestaat uit één stevig bot dat alle klappen opvangt.

Het bindweefsel in onze voeten kan zelfs zo verzwakken dat het de botjes niet meer bij elkaar kan houden. In een gezonde situatie loopt onze voetzool in een boogvorm. Wanneer het bindweefsel het begeeft, zakt de boog in. Dan heb je een platvoet. En dat is geen goed nieuws. “Die boog is nodig om de druk op het bindweefsel in de voet te verdelen”, zegt DeSilva. Is de boog plat, dan is de drukverdeling ook weg. Een dagje wandelen levert dan ook pijn op voor sommige platvoeteigenaren. Steunzolen en fysiotherapie verlichten de pijn, maar een goede oplossing bestaat niet.

Dit is een fragment van een artikel te vinden in KIJK 11/2014. Dit nummer ligt in de winkel van 18 september tot en met 15 oktober.

Meer informatie:

Tekst: Ronald Veldhuizen

Beeld: SPL/ANP