Misdaden ontrafelen met forensische geologie

KIJK-redactie

25 december 2013 16:00

Op het eerste gezicht een schijnbare tegenstelling: forensische geologie. Waar forensisch onderzoek doet denken aan bloedstollende crimi’s, roept geologie beelden op van – nou ja, van stenen. Toch zijn juist met behulp van geologen al talloze misdrijven opgelost.

Begin dit jaar stond ze opeens weer in de Nederlandse dagbladen: het Heulmeisje. Al in 1976 werd ze gevonden op parkeerplaats De Heul langs de A12. Dood. Jarenlang werd gedacht dat het Monique Jacobs betrof, tot Monique opeens in 2006 weer springlevend opdook. De zaak werd heropend – wie was het Heulmeisje dan wél? En waar kwam ze vandaan?

Uit de Duitse Eifel, zo bleek enkele maanden geleden. Het was niet de politie die het mysterie ontrafelden, maar geologen Gareth Davies en Laura Font Morales van de Vrije Universiteit Amsterdam, dankzij uitgebreid isotopenonderzoek. De zaak van het Heulmeisje is niet de enige waarin aardwetenschappelijke kennis wordt toegepast. Sterker nog, er is zelfs een speciale naam voor dit type onderzoek: forensische geologie.

Stille getuigen

Moordzaken. Drugssmokkel. Vervalsingen. Diefstal. Verkrachtingen. Zo gevarieerd als de misdaad is, zo gevarieerd is ook het forensisch geologisch onderzoek. Soms betreft het opsporingszaken – in dat geval wordt geologische kennis gebruikt om bijvoorbeeld een lichaam of een partij drugs te lokaliseren.

Bij het merendeel van de zaken gaat het echter om bewijsvoering. Het landschap produceert volop stille getuigen: achtergelaten sporen die als aanwijzing kunnen dienen. Soms is een beetje klei of wat verdwaald stuifmeel al voldoende om een vermeende dader aan een plaats delict te koppelen, of aan een slachtoffer.

Het brede scala aan misdaden vraagt om een grote groep aan deskundigen. In Nederland schakelt de officier van justitie of de rechter de hulp van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in als forensisch geologisch onderzoek gewenst is. Verschillende afdelingen daar hebben zich gespecialiseerd in specifiek bèta-onderzoek. Zo is er het deskundigheidsgebied Niet-Humane Biologische Sporen (NHBS), waar onder meer analyse van stuifmeel en bacteriën in kleine bodemmonsters plaatsvindt.

Dit is het begin van een artikel, te vinden in KIJK 2/2014. Dit nummer ligt in de winkel van 9 januari tot en met 5 februari.

Meer informatie:

Tekst: Gemma Venhuizen

Beeld: Forensic Archaeology Organisation