De natuur helpen met genetische modificatie

KIJK-redactie

10 januari 2015 16:00

Geknutsel aan DNA gebeurt nog vooral in het lab en op landbouwgrond. Maar de techniek gaat nu zo hard vooruit dat de volgende barrière binnenkort ook valt: de wilde natuur. Is de wereld klaar voor genetisch gemodificeerde muggen, panda’s en Tasmaanse duivels?

We vinden het natuurlijk erg dat de reuzenpanda uitsterft, merkte filosoof Bas Haring een paar jaar geleden op, maar heel erg zijn best om te overleven doet de beer ook niet. De panda krijgt weinig nakomelingen omdat vrouwtjes nauwelijks opgewonden raken in de aanwezigheid van mannetjes. En als het op eten aankomt zijn pandaberen ontzettend kieskeurig: ze lusten maar jonge bamboescheuten en -bladeren, en daar moeten ze enorme hoeveelheden van eten omdat ze het zo slecht verteren. Daarom zijn ze constant aan het zoeken, pellen en eten.

Natuurlijk zou de panda makkelijker overleven als de mensheid het bamboebos niet zou kappen. Maar het zou schelen als panda’s meer zin hadden in seks en ook eens wat anders dan bamboe aten. De vraag is: hoe krijg je wilde panda’s aan de seks? Eén manier om dat voor elkaar te krijgen, kan genetische modificatie zijn: sleutelen aan panda-DNA om het libido te verhogen.

Een genetisch gemodificeerde pandabeer klinkt misschien als absurde sciencefiction, maar het is het type scenario waarmee moleculair geneticus George Church van de Harvard-universiteit een nieuw debat wil aanzwengelen. Afgelopen augustus publiceerde hij samen met enkele collega’s een serie wetenschappelijke artikelen over de technische grenzen van genetisch gesleutel aan wilde dieren en planten én de implicaties daarvan voor natuurbeheer, in de bladen Science en eLife.

Church en co constateren dat de mogelijkheden van genetische modificatie binnenkort zowat onbegrensd zijn. De vraag is volgens de wetenschappers dus vooral: hoeveel gesleutel aan Moeder Natuur vinden we toelaatbaar? En hoe willen we dat de natuur er straks uitziet? Kunstmatig in elkaar geknutselde genen en wilde natuur lijken geen ideale bedpartners, maar volgens de onderzoekers zullen er in de toekomst situaties opduiken waarin ze niet zonder elkaar kunnen.

Dit is het begin van een artikel te vinden in KIJK 2/2015. Dit nummer ligt in de winkel van 15 januari tot en met 18 februari 2015.

Meer informatie:

Tekst: Ronald Veldhuizen

Beeld: iStock/Getty Images