De New Yorkse zwendelaar George C. Parker kon praten als Brugman. Meerdere keren wist hij mensen ervan te overtuigen dat hij eigenaar was van Brooklyn Bridge, om hen vervolgens zogenaamd de brug te verkopen.
Maar weinig steden hadden in de negentiende en twintigste eeuw zo’n enorme aantrekkingskracht op mensen die een nieuw leven zochten, als New York. En waar zich hoopvolle (en wanhopige) nieuwkomers bevinden, zijn mensen die er een slaatje uit willen slaan nooit ver weg.
Neem de gehaaide New Yorker George C. Parker. Deze vlotgebekte con man overtuigde verschillende kersverse stadgenoten ervan dat hij de rechtmatige was eigenaar van de Brooklyn Bridge. Zelfgemaakte eigendomspapieren hielpen hem om die claim te ‘bewijzen’. Als zijn slachtoffers de brug overkochten en er een tolhuisje neerzetten, zou hun investering zich als vanzelf terugverdienen – elke dag maakten immers duizenden mensen gebruik van de overspanning. Naar verluidt pakte de politie meer dan eens nieuwe ‘eigenaren’ van de brug op, terwijl deze hun tolhuisje opbouwden.

Lees ook:
- Maakte het ‘Kinderwetje van Van Houten’ echt een einde aan kinderarbeid?
- Opmerkelijk: Altar Stone van Stonehenge komt niet uit Wales maar Schotland
Parker verkocht ook Madison Square Garden
De krant Sikeston Standard wist in 1928 te melden dat Parker de brug had verpatst aan iemand die er 1000 dollar direct voor neerlegde, en nog eens 4000 dollar verspreid over verschillende kwartaalbetalingen. Volgens diezelfde krant wist Parker ook al iemand te overtuigen Madison Square Garden van hem over te kopen. Naast het verkopen van bouwwerken die niet van hem waren, gaf de oplichter zich ook uit als kapitein van een groot schip en als gevangenisbeveiliger.
Parker was sluw, maar niet ongrijpbaar. Hij belandde meermaals in de gevangenis. Een legendarische ontsnapping vond plaats in 1908, toen hij de hoed en jas van de sheriff van een stoel griste en eenvoudig de gevangenis uit liep.
In de gevangenis
Aan zijn bedriegerij kwam in 1928 een einde, toen hij een vervalste cheque van 150 dollar wilde cashen. De wet schreef voor dat iedereen die voor een vierde keer berecht werd, en dat was het geval bij Parker, levenslang de gevangenis in moest. Hierdoor zat hij de laatste acht jaar van zijn leven in de Sing Sing-gevangenis in Ossining, New York. Naar verluidt vermaakte hij daar zijn medegevangenen met zijn spannende verhalen. Parkers frauduleuze fratsen leven nog steeds voort in een veelgebruikte Amerikaanse uitspraak voor goedgelovige mensen: “And if you believe that, I have a bridge to sell you.”
Het verhaal van Parker, en dat van andere legendarische oplichters, lees je in KIJK Geschiedenis 1-2. Bestel deze editie in onze webshop, of eenvoudig via de knop hieronder.