KIJK-columnist Rik Peters over hoe Apple en Samsung met hun patentrechtszaken alleen maar een oude traditie voortzetten.
“Goeie kunstenaars kopiëren, grote kunstenaars stelen.” Dat zou Apple-frontman Steve Jobs ooit hebben gezegd, hoewel hij netjes – en ironisch – ook vermeldde dat het feitelijk een citaat van Pablo Picasso was.
Ik dacht eraan toen ik de trailer zag van de biografische film Jobs, die hint naar de vele patentrechtszaken van het in 1976 opgerichte bedrijf. De talloze ruzies met Samsung zijn nu het bekendst, maar eigenlijk waren juist die het minst verrassend.
Honderd jaar vóór Apple, op Valentijnsdag 1876, vroegen Alexander Bell en Elisha Gray allebei een octrooi aan op de telefoon. Scholieren horen nu vooral de eerste naam, maar stiekem was Gray er drie uur vroeger bij. (Sommigen zeggen dat zijn advocaat hem adviseerde geen ruzie te zoeken, omdat zo’n rare telefoon toch nooit zou aanslaan.) En trouwens: meer dan tien jaar eerder had Antonio Meucci al een teletrofono gepatenteerd, maar verlenging daarvan niet tijdig rondgekregen.
Apple en Samsung zetten dus hoogstens een oude traditie voort. En wat dat betreft lijkt ook de toekomst nog interessant te worden. Op het moment dat ik dit schrijf, is Apple net bezig om de naam ‘iWatch’ gepatenteerd te krijgen. Maar onder meer in Amerika, Engeland en China hebben andere firma’s diezelfde term al geclaimd…
Deze column verscheen eerder in KIJK 10/2013.
Beeld: Studio 5982