“De zon is een grote vuurbol. Hoe kan het dan dat hij blijft branden zonder dat er zuurstof aanwezig is?” vraagt C.W. Oost zich af. “Of is die er wel?”
Nee, in de ruimte is er zo goed als geen zuurstof. Je zou dus verwachten dat de zon in dat bijna-vacuüm binnen de kortste keren uit moet gaan; zoals een vlammetje al snel dooft nadat je er een glas overheen hebt gezet. En zelfs al was er zuurstof: een zon die als een haardvuur hier op aarde brandt, zou veel te snel door zijn brandstof heen zijn.
Eeuwenlang werd bijvoorbeeld gedacht dat de zon volledig van steenkool was gemaakt (de beste brandstof die men zich voor kon stellen), maar zo’n zon zou na een paar millennia helemaal ‘op’ zijn. In plaats daarvan gebruikt de zon een ander trucje om heet te blijven: kernfusie.
In het binnenste van de zon is de dichtheid zo groot en de temperatuur zo hoog dat waterstofkernen er worden samengesmolten tot heliumkernen. Uit dit proces haalt de zon zijn energie. Dat is veel langer vol te houden; in totaal zo’n 10 miljard jaar, waarvan ongeveer de helft inmiddels is verstreken. En er is geen molecuultje zuurstof voor nodig.
Leuke vraag? Ontdek ook waarom je sneller verbrand in de bergen.
Ook een vraag voor de rubriek ‘KIJK antwoordt’? Mail hem naar info@kijkmagazine.nl!
Beeld: NASA/SDO/LMSAL