Troepen die een mijnenveld tegenkomen, kunnen onmogelijk verder met hun aanval. Op zo’n moment schakelen ze de hulp in van de pantsergenie, die gespecialiseerd is in het doorbreken van zo’n veld. KIJK ging mee tijdens een oefening.
Drie achtwielige pantservoertuigen rijden met flinke vaart een grote zandvlakte op. Plotseling stoppen ze; er springen bewapende militairen uit. Die zoeken eerst uit of de omgeving veilig is, om vervolgens hun metaaldetector erbij te pakken en het gebied systematisch uit te kammen. Waar ze naar zoeken? Landmijnen.
Ik sta niet midden in een slagveld, maar bij de Prinses Margrietkazerne in Wezep. Ik kijk hoe het 3e pantsergenie-peloton en het ondersteuningspeloton van de 112 Pantsergeniecompagnie oefenen met het maken van een veilig pad door een mijnenveld.
Prijsschieten
“Een mijn is een heel goedkoop en supereffectief wapensysteem om de aanval van een tegenstander te stoppen”, zegt luitenant-kolonel Sjaak van Elten van de Koninklijke Landmacht. Uiteraard worden mijnen gebruikt om de vijand te verzwakken, door hun voertuigen en troepen uit te schakelen. Maar ze hebben ook een wat minder voor de hand liggende functie: het ‘kanaliseren’ van de vijand. Door een mijnenveld aan te leggen, dwing je die namelijk een andere kant op te gaan – waar je hem met verdedigende opstellingen kunt opwachten. “Bijkomend voordeel: als de aanval dankzij een mijnenveld langzamer gaat, heb je als verdediger meer tijd om de tegenstanders uit te schakelen”, zegt Van Elten. “Bovendien heb je zelf meer tijd om jouw troepen in reactie op die aanval te herpositioneren.”
Een eenheid die op een mijnenveld stuit, heeft twee opties: eromheen gaan óf erdoorheen proberen te breken. Met de eerste loop je dus het risico dat je de vijand in de kaart speelt, maar het doorbreken is een tijdrovende en gevaarlijke operatie.
Hoe dat in zijn werk gaat lees je in KIJK 1/2024. Deze editie ligt sinds vandaag in de winkel en is ook online te bestellen, eenvoudig via de knop hieronder.