‘Ik bezegelde mijn vleesetende lot met een kippenbout’

VB

02 juli 2011 16:00

Vivianne Bendermacher

Ooit, in een ver ver verleden, heb ik een vleesloze periode gekend. Van de ene op de andere dag deed ik alle beesten uit de pan in de ban.

Na twee keer op één dag voor een stoplicht te hebben gestaan naast zo’n veevervoertruck was het kwaad geschied. Ik kón het niet meer over mijn hart verkrijgen die schattige, lieve knorrebeesten te verorberen in de vorm van een flinke speklap. Tot grote ergernis van mijn moeder die plotseling als moordenaar werd behandeld door haar dochter wanneer ze een grote pan Limburgs suddervlees klaarmaakte.

Die periode heeft een jaar of vier geduurd en net zo plotseling als hij zijn intrede had gedaan, was mijn vegafase ook weer vertrokken. Voor ik het wist had ik mijn vleesetende lot met een kippenbout (met zo’n lekker knapperig velletje) bezegeld.

En nu behoor ik dus weer tot de horde hypocriete mensen die geen lammetjes wil eten, maar een goed stuk koeienbil zonder blikken of blozen naar binnen kan werken. Die tegen een rund dat zijn leven heeft moeten geven voor een prachtig paar pumps een minder groot gewetensbezwaar heeft dan tegen een voormalig schaap dat de shoarmaboer met een veredeld scheerapparaat bewerkt.

Nu zijn de tegenstrijdigheden die ik hier schets, tamelijk universeel; in veel westerse landen worden ze waarschijnlijk hetzelfde ervaren. Maar in Nederland hebben we ook onze eigen merkwaardigheden: zo vinden we het nogal inhumaan om ter vermaak de kop van een dode gans af te rukken (ja, waarde lezer, dat gebéurt in Limburg…), maar zijn we wel van plan honderdduizend ganzen af te schieten.

In KIJK 8/2011 gaat onze medewerker én diehard vegetariër Rik Peters te rade bij antrozoöloog Hal Herzog, de man die de wetenschap achter deze mens-dierparadox bedrijft. En om al die narigheid goed te maken, trakteren we je ook nog op lekkere, lelijke beesten (‘Lekker lelijk’, pagina 42)… Geniet ervan!

Beeld: Studio 5982


Meer Artikelen