Vreemdeling in eigen land

KIJK-redactie

24 september 2010 13:00

Het negatieve beeld ten spijt, gaat het met veel allochtone jongeren in Nederland prima. De vraag is alleen of die ontwikkeling doorzet. De huidige onwelkome sfeer in de samenleving werkt als een enorme rem op de integratie.

“Ze zien er anders uit, ze praten anders, ze hebben rare kleding aan,” aldus Johan, een naar eigen zeggen “typisch Nederlandse” jongen van 26 over allochtonen. Voor de zekerheid stemt hij altijd op partijen die tegen buitenlanders zijn. “Wat moeten wij met die criminelen die hier onze oude vrouwtjes komen bestelen? Ze moeten terug naar huis.”

De heersende opinie is dat de integratie van allochtonen in Nederland is mislukt en dat alle vreemdelingen het land uit moeten. Maar gaat het werkelijk zo slecht? Journalist Frans Verhagen beschrijft in Hoezo mislukt? De nuchtere feiten over de integratie in Nederland de vier grootste groepen immigranten (Marokkanen, Turken, Surinamers en Antillianen), waarbij hij de prestaties van de tweede generatie vergelijkt met die van de eerste generatie.

Dat levert opvallend positieve resultaten op. Zo spreken de jonge allochtonen vaker Nederlands onder elkaar. Ze zijn veel hoger opgeleid en verdienen meer dan hun ouders. Ze zijn ook geëmancipeerder: steeds meer jongeren kiezen zelf hun partner, vrouwen hebben meer invloed op hun toekomst en de opvattingen over man-vrouwverhoudingen en opvoeding gaan steeds meer richting het Nederlandse gemiddelde.

Hoeven we ons dan nergens meer druk om te maken? Helaas, zo simpel ligt het niet. Hoewel minder dan voorheen, zijn allochtonen nog steeds oververtegenwoordigd in de criminaliteitsstatistieken en ze halen ook nog niet dezelfde opleidingsresultaten als autochtonen.

Dit is het eerste gedeelte van een artikel uit KIJK 11/2010, in de winkel van 24 september tot en met 21 oktober. De tekst werd geschreven door Arlette Sjerp.

Beeld: Olaf Kraak/ANP