Ben je geïnteresseerd in de wereld van wetenschap & technologie en wil je hier graag meer over lezen? Word dan lid van KIJK!
De Amerikaanse filosoof Daniel Dennett is op 82-jarige leeftijd overleden. In zijn werk zette hij zaken als het bewustzijn, religie, vrije wil en humor weg als ‘hersentrucjes’. KIJK sprak hem hier in 2012 over. Dat interview is nu ook online te lezen.
Het is niet iets magisch!” In anderhalf uur spreekt filosoof Daniel C. Dennett die zin minstens tien keer uit. De Amerikaan is (op dat moment) al zeventig, maar trekt nog steeds strijdbaar van leer tegen elk geloof in het ‘wonderbaarlijke’. God bestaat niet, een menselijke ziel evenmin. En ook over vrije wil en menselijk bewustzijn moeten we echt niet té hoogdravend doen.
Al deze fenomenen vallen volgens Dennett te verklaren door naar de evolutionair gegroeide structuur van ons brein te kijken. In 2012 was de denker in Amsterdam om een eredoctoraat in ontvangst te nemen. Hij nodigde KIJK uit voor een lunch, en zette daarbij zijn filosofie uiteen.
U filosofeert over ‘bewustzijn’. Een dramatisch begrip.
“Inderdaad, ‘bewustzijn’ is net zo’n woord als ‘leven’: onmogelijk simpel te definiëren. Maar dat betekent niet dat het iets mysterieus is. Veel mensen, zowel briljante wetenschappers en filosofen als gewone mensen, hebben de neiging hun visie op bewustzijn op te blazen, waardoor het iets toverachtigs wordt: ‘Het bewustzijn onttrekt zich aan de wetten der fysica!’ ‘Het bewustzijn is niet zoals je hart of je longen!’ ‘Het bewustzijn is niet gewoon je brein!’ ‘Het bewustzijn is iets magisch!’”
“Maar als we even rustig nadenken, zien we dat het bewustzijn inderdaad fantastisch is – maar niet magisch. Bewustzijn is de capaciteit van mensen om niet alleen te zeggen wat anderen denken en voelen, maar om daar bovendien zelf op te reflecteren én om hun eigen innerlijke mentale toestanden en processen te zien als objecten van iets wat op waarneming lijkt. Oftewel: ik weet waarover ik denk en ik weet wat ik voel, op dezelfde manier waarop ik weet wat ik buiten zie en wat ik buiten hoor.”
Lees ook: Hebben we een vrije wil? Hersenwetenschappers zeggen van niet
U verzet zich tegen het dualisme, het idee dat mensen een lichaam en een daarvan gescheiden geest hebben. Valt bewustzijn volledig te verklaren vanuit de structuur van ons brein?
“Zie het zo: iedereen weet dat zien begint wanneer er licht in de oogbal valt en de receptoren van de retina stimuleert. Daar treedt transductie op: signalen in één medium, variaties in licht, worden vertaald naar signalen in een ander medium, variaties in elektrische activiteit in zenuwcellen. Hetzelfde met horen: de akoestische golf komt binnen en wordt omgezet naar elektrische activiteit in neuronen. Interessant genoeg is deze elektrische activiteit in de optische zenuwen ongeveer dezelfde als de elektrische activiteit in gehoorzenuwen, net zoals geluid op een cd en beeld op een dvd allebei in dezelfde soort bitreeksen worden omgezet.”
“Welnu, het is een heel natuurlijke gedachte om aan te nemen dat er, ergens in je hoofd of in je geest, een tweede transductie plaatsvindt die de elektrische activiteit weer omzet naar kleur en geluid. Een soort ‘innerlijk oog’ of ‘innerlijk oor’. Net zoals een televisie de bits weer terugbrengt naar kleur op het scherm en geluid uit de boxen. Maar. Er. Is. Geen. Tweede. Transductie. Die is er niet. Nergens. En net zoals je voor perceptie, zien en horen, géén geest of magische entiteit nodig hebt maar alleen je brein, zo kun je ook bewustzijn volledig verklaren vanuit de structuur van de hersenen.”
Veel mensen vinden zulke uitspraken gevaarlijk. Ze vrezen dat u het ‘magische’ bewustzijn kapot probeert te denken.
“Als je mensen vertelt dat hun geest gelijkstaat aan hun brein, worden ze vaak bang. Ze zeggen dat je zaken als liefde, pijn en humor niet op die manier kunt verklaren. Of ze vragen zich af of mensen dan nog wel een vrije wil kunnen hebben. Dat is een onderwerp dat mensen diep raakt. Ik heb weleens gezegd dat de reden waarom er vaak zo slecht over de vrije wil wordt nagedacht, juist is dat hij zo belangrijk is: mensen zijn zo bang met de verkeerde antwoorden te komen, dat ze uiteindelijk de verkeerde argumenten gebruiken.”
“Maar eigenlijk gaat het debat over vrije wil al duizenden jaren over twee zaken. Het eerste is dat vrije wil niet kan bestaan als het determinisme waar is. Het tweede dat vrije wil heel erg belangrijk is, omdat het een noodzakelijke voorwaarde is voor verantwoordelijkheid – zowel voor de goede dingen die je doet als voor de slechte dingen.”
Volgens het determinisme is alles wat gebeurt het resultaat van causaliteit: alles wordt bepaald door onontkoombare oorzaken en gevolgen. Voor vrije wil lijkt in zo’n wereld geen plek te zijn. Waarom is dat volgens u een denkfout?
“Alles is gemaakt van atomen. Atomen zijn niet gekleurd, maar bewijst dit dat kleur niet bestaat? Nee. Het bewijst alleen dat kleur een high-level phenomenon is. Atomen zijn niet levend, maar dat betekent niet dat niets levend is. Atomen hebben geen bewustzijn, dus hoe kun je er dan een bewust ding van maken? En… hoe maken we een vrije wil van delen zonder vrije wil? Zoals kleuren en leven en bewustzijn geen magische eigenschappen zijn die ergens rond de atomen zweven, is ook vrije wil niet iets toverachtigs.”
“Net als atomen zijn mensen gedetermineerd, want het zijn fysieke objecten. Maar toch zijn ze vrij, omdat ze dingen kunnen vermijden. Ze anticiperen op de wereld en op de gevolgen van hun handelen. Die capaciteit tot vermijden is zich al miljoenen jaren aan het ontwikkelen, en dankzij evolutie zijn we inmiddels goede vermijders geworden. En er is, volgens mij, geen conflict tussen in een deterministische wereld leven en een vermijder zijn.”
“Sterker nog, in een deterministische wereld is meer vrijheid mogelijk dan in een ondeterministische wereld. Want om een vermijder te kunnen zijn, moet je de toekomst kunnen voorspellen. Stel je voor dat je een veld moet oversteken en weet dat het gaat bliksemen. In een deterministische wereld kun je misschien uitrekenen wanneer de bliksem gaat inslaan, zodat je de oversteek kunt timen. Dat is veel beter dan wanneer je in een ondeterministische wereld leeft en het inslaan van de bliksem volledig willekeurig is.”
De Nederlandse neurobioloog Dick Swaab noemde de vrije wil onlangs echter een illusie. Hersenscans tonen aan dat een halve seconde voordat iemand een bewust besluit neemt, het brein deze beslissing al in gang zet.
“Dat is bewijsstuk A waarom neurowetenschappers een beetje meer filosofie zouden moeten leren. Ze zouden eens wat huiswerk moeten doen en deze onderwerpen beter moeten leren begrijpen. Ik ben, wat dit betreft, behoorlijk op oorlogspad, want hij is niet de enige die deze fout maakt.”
Welke fout?
“Neurowetenschappers verwarren twee betekenissen van vrije wil. Ze denken dat als ze kunnen aantonen dat een beslissing gedetermineerd is, hij niet vrij is. In de triviale betekenis klopt dat, maar in de betekenis of het van moreel belang is niet. Want waarom zouden ongedetermineerde keuzes hoger moeten worden aangeslagen dan gedetermineerde keuzes? Die vraag is nog altijd onbeantwoord. Kijk, wetenschappers maken snel fouten zodra ze buiten hun domein stappen. Maar dit is gewoon doe-het-zelffilosofie. Ik moet er eigenlijk wel om lachen, wanneer een of andere wetenschapper een weekend vrij heeft en besluit dat hij het probleem van het bewustzijn of het probleem van de vrije wil weleens even zal oplossen – en uiteindelijk een heleboel onzin opschrijft. Volgens mij hebben ze dat zelf vaak ook wel door. Het is moeilijker dan ze dachten.”
U schreef geregeld het noodzakelijk te vinden om als filosoof gebruik te maken van wetenschappelijke bevindingen. Vindt u het jammer dat wetenschappers u geen wederdienst bewijzen?
“Ach… De traditionele arrogantie van filosofen – het denken dat ze alles kunnen oplossen vanuit hun leunstoel – wordt mooi geëvenaard door de traditionele arrogantie van wetenschappers – het denken dat ze gewoon wat kunnen aanrommelen en het dan wel goed zullen hebben. Maar in dit geval geef ik ook mijn medefilosofen de schuld, omdat velen van hen dezelfde fout maken. Neurowetenschappers vergissen zich omdat ze niet veel over de materie hebben nagedacht, dus dat kan ik ze deels vergeven. Maar filosofen mogen dat excuus niet gebruiken.”
Hoe zouden wetenschap en filosofie zich volgens u tot elkaar moeten verhouden?
“Wilfrid Sellars, een van de beste filosofen uit de twintigste eeuw, onderscheidde the manifest image (het manifeste wereldbeeld – red.) en the scientific image (het wetenschappelijke wereldbeeld – red.). Het manifeste wereldbeeld behelst de directe wereld waarin wij leven: stoelen, tafels, vaste dingen, vrije wil, verantwoordelijkheid, pijn, kleur, muziek. Het wetenschappelijke wereldbeeld gaat over elektronen, protonen, enzovoorts. De vraag is nu: hoe gaan deze twee samen?”
“Er zijn twee non-oplossingen voor dit probleem. De eerste is de simplistische manier van zeggen dat het wetenschappelijk wereldbeeld alles overwint: kleuren zijn niet echt! Niets is echt solide! Niets leeft echt! De andere is zeggen dat wetenschap gewoon maar een fantasie, een verhaaltje, een nieuwe religie is – een verzameling sprookjes bedacht door overbetaalde wijsneuzen.”
“De waarheid is natuurlijk moeilijk te vinden, maar dát is voor mij de taak van de filosofie. Als filosofen het goed willen doen, moeten zij dus zowel het wetenschappelijke wereldbeeld als het manifeste wereldbeeld kennen én deze naar elkaar vertalen. Mensen moeten de wereld op beide manieren leren zien en tussen beide werelden leren manoeuvreren. De oplossing voor een probleem zal dus niet altijd in alle opzichten een oplossing zijn, maar soms ook diplomatiek en politiek. Ik zeg daarom weleens dat filosofie net zo goed een kunst is als een wetenschap.”
Door het koppelen van beide wereldbeelden hebt u in uw oeuvre al het bewustzijn weggezet als een ‘hersentrucje’. In latere werken gevolgd door religie, vrije wil en zelfs humor. Wat gaat u nog meer van ons afpakken?
“Ik pak niets af, ik geef juist! Ben jij een van die mensen die bij een goocheltruc wil weten hoe het werkt, of een van die mensen die dat juist niet wil? Veel mensen willen mysteries en zijn bang dat een demystificatie hen teleur zal stellen. Het is waarschijnlijk waar dat als je weet hoe een goocheltruc werkt, je kan denken: is dat alles? Maar ik denk liever: dat is zó cool, is dát alles? Momenteel werk ik aan een boek waarvan de ondertitel wordt: A toolkit for thinking. Het is een verzameling van gedachte-experimenten, methodes en praktijken. Ik wil mijn waren laten zien en praten over hoe ik doe wat ik doe en hoe andere mensen dat ook kunnen leren. Dus wat wordt het volgende dat ik ga demystificeren? Mijzelf!”
Dit interview met Daniel Dennett stond ook in KIJK 5/2012.
Tekst: Rik Peters