Wat als… we de zeeën leegvissen?

Marysa van den Berg

05 juni 2014 16:00

We vinden de wereld waarin we leven volstrekt vanzelfsprekend. Maar vul één feit anders in en hij ziet er plots volkomen anders uit. In deze serie kleuren we elke aflevering zo’n ‘wat als…’-scenario in. Deze keer: Wat als we de zeeën leegvissen?

Het is 14 juni 2068 en opa Rook neemt de familie voor zijn 65ste verjaardag mee naar Volendam, dat nu Europa’s grootste attractiepark herbergt. Terwijl iedereen met volle teugen van de inktvisachtbaan en de algenburgers uit de snackbar geniet, herinnert opa zich de dag dat zijn eigen grootvader hem als elfjarig jochie meenam naar Volendam. Dat was toen nog een levendig kustdorpje met een geheel eigen viscultuur, een haven vol vissersbootjes in alle vormen en maten, en restaurants die onder het motto ‘Zo uit het water, vers op het bord’ bijna uitsluitend vis serveerden. Ook kan Rook zich nog goed herinneren dat hij met zijn opa voor het eerst ging zeevissen. Het maakt hem triest dat hij dat nooit met zijn eigen kleinkinderen zal kunnen doen. Terwijl de rest van het gezelschap souvenirs uitzoekt, wandelt opa met zijn jongste kleinzoon nog even langs het water. Ze vergapen zich aan de roodachtige algengloed en Rook mompelt: “Tja, het leven is wel erg veranderd sinds we door de overbevissing bijna geen vissen meer hebben.” Waarop de kleine Tim vraagt: “Opa, wat zijn dat, vissen?”

Bijna driekwart van het aardoppervlak is bedekt met zeeën en oceanen. Daarin leven meer dan 230.000 planten- en diersoorten, waarvan naar schatting ruim 20.000 vissoorten. Maar beetje bij beetje dreigen die vissoorten (en sommige andere soorten) te verdwijnen. Elk jaar vangen we zo’n 90 miljoen ton vis. Veruit het grootste deel daarvan verdwijnt in onze maag; op jaarbasis gemiddeld zo’n 18,8 kilogram per aardbewoner.

Met circa 1,4 miljard vishaken en schepen met sleepnetten waarin soms wel meer dan tien jumbojets passen, hebben we inmiddels 30 tot 60 procent van de visstekken in de oceanen overbevist. Dat wil zeggen dat we meer vangen dan de vispopulatie aankan. Sommige vissoorten worden hierdoor al met uitsterven bedreigd, zoals de Atlantische heilbot, de kabeljauw (bij het Canadese Newfoundland) en de blauwvintonijn.

Als de trend van de afgelopen tientallen jaren doorzet, dan zijn alle commerciële visvoorraden ter wereld over een jaar of dertig bijna compleet ingestort. Het zou dus zomaar kunnen dat we in het ergste geval ‒ als we helemaal niets doen ‒ nog deze eeuw te maken krijgen met vrijwel leeggeviste oceanen.

Voor de visliefhebbers onder ons is dat vervelend, maar voor kustrijke derdewereldlanden, waar men echt afhankelijk is van vis, zal het een catastrofe van ongekende proporties betekenen. Een andere ramp voltrekt zich bij de vele diersoorten die vis eten, zoals walvissen en zeevogels. Wat moeten we ons daar allemaal bij voorstellen?

Dit is het begin van een artikel te vinden in KIJK 8/2014. Dit nummer ligt in de winkel van 26 juni tot en met 23 juli.

Meer informatie:

Beeld: Robin Utrecht/ANP