Door propaganda, indoctrinatie en isolement denken de meeste mensen er dat ze in het meest vrije en voortvarende land ter wereld wonen. Door datzelfde isolement weten wij niet veel over Noord-Korea – maar wel dat dát beeld niet klopt. Hoe is het om te leven onder het juk van Kim Jong-un?
De meeste buitenlanders krijgen het echte Noord-Korea nooit te zien. Ze worden ondergebracht in een paar lege hotels in Pyongyang en ze worden continu vergezeld door begeleiders die ervoor zorgen dat ze zoveel mogelijk plekken bezoeken waar de successen van het Stalinistische paradijs en de familie Kim worden bezongen. Ze zien de kraakheldere straten in het centrum, het Victorious Fatherland Liberation War Museum, de modelboerderijen, en het computerlab aan de Kim Il-sung-universiteit.
Maar in april vorig jaar ging het normaal zo zorgvuldig geregisseerde toneelstukje mis. Een bus met daarin een stuk of vijftig buitenlandse journalisten, op weg naar een smetteloze dvd-fabriek, nam de verkeerde afslag. Terwijl de Noord-Koreaanse begeleiders steeds zenuwachtiger werden, konden de journalisten achter de coulissen kijken. Daar waren onverharde wegen, onverlichte winkels en een onmiskenbare sfeer van bittere armoe.
Het was een ongebruikelijk kijkje achter de schermen van wat in essentie een enorme gevangenis is, drie keer zo groot als Nederland en met 23 miljoen gevangenen. En het lijkt er niet op dat dat snel gaat veranderen.
Dit is het begin van het derde artikel uit ons Dossier Korea, te vinden in KIJK 9/2013. Dit nummer ligt in de winkel van 26 juli tot en met 22 augustus.
Beeld: EPA/ANP