De afgelopen tweehonderd jaar zijn we heel wat centimeters de lucht in geschoten. Wat heeft bijgedragen aan deze wereldwijde toename van de lichaamslengte? En waardoor lijkt deze groei nu te zijn gestagneerd?
Door een drukke winkelstraat in Nederland lopen is geen pretje. Zeker niet voor de mensen die achteraan stonden toen de centimeters werden uitgedeeld. Niet alleen kun je als klein persoon door de lange lichamen vaak het bos niet meer zien, ook blijkt uit onderzoek dat mensen – niet geheel verrassend – eerder tegen je aan botsen als je een wat compacter formaat hebt.
Als je rond 1850 door zo’n winkelstraat had gewandeld, had je nog altijd lengteverschillen opgemerkt. Maar in die periode was iedereen wel veel kleiner dan nu. Nederlandse mannen bereikten toen gemiddeld een lengte van 1,68 meter. Tegenwoordig is de gemiddelde lengte 1,84 meter, waarmee ‘onze’ mannen de langste ter wereld zijn.
En niet alleen hier nam de lengte vanaf 1850 toe; dat is in vrijwel alle landen te zien. Maar de laatste decennia stagneert deze groei. In sommige landen, zoals de VS en ook Nederland, is er zelfs sprake van een krimpende bevolking. Tijd om de ontwikkeling van onze lengte eens langs de meetlat te leggen.
Lees ook:
- Nederlanders zitten het meest van alle Europeanen
- Trend: citroenwater drinken voor een platte buik. Werkt dat?
Niet alleen maar langer
We zijn door de eeuwen heen niet simpelweg steeds maar langer geworden. “Mensen hebben wel de neiging om dit te denken; dat we alleen van klein naar groot kunnen gaan”, zegt socioloog Gert Stulp, die zich aan de Rijksuniversiteit Groningen bezighoudt met verschillende facetten die bij lengte komen kijken. “Maar we weten bijvoorbeeld dat we even een stuk kleiner zijn geworden toen we landbouw gingen bedrijven.”
Dit is het begin van het artikel over onze lichaamslengte. Het hele verhaal lees je in KIJK 8/2024. Bestel deze editie in onze webshop, of eenvoudig via de knop hieronder.