Op 24 november 1974, vijftig jaar geleden, doen wetenschappers in Ethiopië een vondst die inmiddels in ons collectief geheugen staat gegrift. Ze graven de resten van een mensachtige op die zowel de fysieke kenmerken van een aap als van een mens laat zien. Het verhaal van Lucy.
Na een lange, hete ochtend van veldwerk keren de Amerikaanse paleo-antropoloog Donald Johanson en student Tom Gray terug naar hun Landrover – enigszins gedemotiveerd. Een jaar eerder, in 1973, ontdekte Johanson nog een kniegewricht van een vroege mensachtige in de archeologische vindplaats Hadar (Ethiopië). Maar nu vangt ie hier al dagen… bot.
Lees ook:
Koosnaampje
Hij stelt aan Gray voor om een alternatieve route terug te nemen naar de auto, door een geul. Een goede beslissing, want niet veel later ziet Johanson hier een bot uitsteken. Het gaat om het gedeelte van de ellepijp dat zich nabij de elleboog bevindt. (Hier loopt bij ons de elleboogzenuw die een tintelend gevoel geeft als we ons stoten.) De paleo-antropoloog ziet aan de vorm en lengte van het bot dat het zeker aan een primaat toebehoorde én hoogstwaarschijnlijk aan een hominine.
De onderzoekers graven door en vinden nog veel meer onderdelen van het skelet, waaronder fragmenten van de schedel, kaak, ribben, bekken, dijbeen en voeten. En hij krijgt gelijk: de fossiele overblijfselen horen duidelijk bij een nog niet eerder ontdekte mensachtige, die van 3,9 tot 2,9 miljoen jaar geleden op aarde moet hebben geleefd. Johanson en zijn team geven de soort de wetenschappelijke naam Australopithecus afarensis. Al gaat er bij het koosnaampje dat de wetenschappers voor het skelet gebruiken waarschijnlijk een luider belletje rinkelen: Lucy.
Vloeken in de kerk
“In de tijd van Darwin, in de negentiende eeuw, was het vrij letterlijk vloeken in de kerk als je suggereerde dat we verwant waren aan iets primitiefs zoals de aap”, vertelt paleontoloog Yanell Braumuller, verbonden aan Naturalis Biodiversity Center. “Maar in de jaren 1920 kwam er steeds meer bewijs en acceptatie voor het bestaan van natuurlijke selectie (het proces waarbij organismen die beter aangepast zijn aan hun omgeving meer kans hebben zich voort te planten, waardoor hun gunstige eigenschappen worden doorgegeven aan volgende generaties – red.). En daarmee besefte men dat er tussenvormen moeten hebben bestaan; ook vormen tussen de mens en de aap.” De vondst van Johanson en Gray was wat dat betreft een schot in de roos.
Dit is het begin van het artikel over Lucy. Het hele verhaal lees je in de wintereditie van KIJK. Bestel dit extra dikke nummer in onze webshop, of eenvoudig via de knop hieronder.
Beeld: Dave Einsel/Getty Images