Twee wetenschappers in nazitijd

kijkmagazine

20 oktober 2010 16:00

Wat deden de topnatuurkundigen H.B.G. Casimir en Max von Laue tijdens het nazibewind?

In KIJK 12/2010 kun je lezen hoe zes hooggewaardeerde natuurkundigen reageerden toen Adolf Hitler aan de macht kwam. Op KIJK.nl twee ‘deleted scenes’: de wetenschappers H.B.G. Casimir (links op de foto) en Max von Laue (rechts).

Hendrik Casimir: schaamte zonder schuld

Nederlands natuurkundige, 1909-2000. Bedacht in 1948 mede het naar hem vernoemde Casimireffect. Werkte onder andere samen met Niels Bohr en Wolfgang Pauli, twee grootheden op het gebied van de quantummechanica.

18 september 1944: het Britse leger bereikte Eindhoven. Een gebeurtenis die zeker niet het einde van de Tweede Wereldoorlog betekende voor heel Nederland, maar in de Brabantse stad was het feest. “Die avond waren we buiten onszelf van vreugde”, herinnerde de beroemde Nederlandse natuurkundige H.B.G. Casimir zich later. “Het was een bijna ongelofelijke opluchting plotseling uit de greep van een waanzinnige onderdrukker te zijn.”

Casimir was echter niet alleen maar gelukkig: “Met dat gevoel van opluchting, van verlossing, kwam ook een gevoel van schuld, van schaamte. Daar stond ik dan. Ik was de bezetting ongedeerd doorgekomen, zelfs zonder noemenswaardige ontberingen. Wat had ik gedaan om anderen te helpen? Joden waren samengedreven en gedeporteerd. Zou ik niet een of twee hebben kunnen redden? Ik had het gevoel dat ik een lafaard en een opportunist was geweest.”

Toch had Casimir weinig om zich voor te schamen. Hij nam gedurende de oorlog onderduikers in zijn huis op en liep daardoor wel degelijk het risico door de Duitsers te worden gearresteerd. Ook lapte hij in het Philipslaboratorium, waar hij sinds 1942 werkte, de regels van de bezetter aan zijn laars door te werken aan onderwerpen die ‘verboden’ waren.

Maar de bescheiden natuurkundige vond achteraf dat hij meer had kunnen en moeten doen, al betwijfelde hij ook of hij daartoe in staat was geweest. “Ik was niet erg geschikt voor ondergronds werk”, schreef hij in zijn biografie. “Ik praat te veel en kan slecht geheimen bewaren.”

Max von Laue: dwars, maar niet té

Duits natuurkundige, 1879-1960. Won de Nobelprijs voor de natuurkunde van 1914 voor de ontdekking van diffractie van röntgenstraling door kristallen en was expert op het gebied van supergeleiding (zie KIJK 1/2010).

Een flinke hoeveelheid lef kan Max von Laue niet ontzegd worden. Als hooggeplaatste natuurkundige liet hij keer op keer blijken dat hij het niet eens was met de gang van zaken onder Hitlers bewind. Zo vergeleek hij de hetze tegen de relativiteitstheorie van Albert Einstein met de vervolging van Galileo Galilei en stak hij zijn verontwaardiging over het gedwongen vertrek van de Joodse Nobelprijswinnaar Fritz Haber niet onder stoelen of banken. Bovendien woonde Von Laue de herdenkingsplechtigheid bij die een jaar na Habers overlijden werd gehouden, terwijl dat professoren expliciet verboden was door de nazi’s. (Er was dan ook maar één collega van Von Laue aanwezig.) Dit soort acties leverde de natuurkundige een aantal standjes op van het bewind, maar gelukkig bleef het daarbij. Blijkbaar ging hij als niet-joodse, gerespecteerde wetenschapper net niet té ver.

Weten wat de wetenschappers Albert Einstein, Max Planck, Philipp Lenard, Johannes Stark, Werner Heisenberg en Lise Meitner deden voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog? Lees het in KIJK 12/2010, in de winkel van 22 oktober tot en met 18 november.

Beeld: Deutsches Bundesarchiv/cc-by-sa 3.0 Germany (foto Max von Laue)