‘Internet bemoeilijkt grondig nadenken’

KIJK-redactie

05 april 2011 13:00

Niemand zou nog zonder willen: internet. Maar volgens Nicholas Carr moeten we uitkijken dat deze technologie onze hersenen niet onomkeerbaar verbouwt. KIJK sprak met de geruchtmakende auteur.

KIJK: Het internet baart u zorgen. Waarom?

Nicholas Carr: “Wat het internet doet, is een bepaalde manier van denken enorm aanmoedigen, maar een andere manier van denken enorm ontmoedigen. Het internet als technologie promoot het aftasten en scannen van informatie, het snel en makkelijk binnenhalen van bits. Maar het bemoeilijkt juist het grondige nadenken: aandachtige introspectie en het interpreteren van feiten. Vergelijk het computerscherm eens met het gedrukte boek. Het boek beschermt tegen afleiding, het plaatst ons even in een andere wereld waar we in volle rust kunnen nadenken. Het computerscherm is daarentegen juist gericht op afleiding: allerlei links, afbeeldingen en geluiden vragen om aandacht. Doordat al je aandacht wordt opgeslokt, is er op internet geen mogelijkheid meer tot wat ik noem ‘diep denken’. Voor de duidelijkheid: ook dat snelle, scannende denken is heel nuttig en ik zou niet zonder internet willen, maar ik geloof dat het voor een rijk en intellectueel leven noodzakelijk is om onszelf in beide manieren van denken te bekwamen. Mijn angst is echter dat we meer en meer worden aangemoedigd om snel te denken en dat we daardoor niet meer in staat zullen zijn om ook ‘diep’ na te denken. Ik maak me dus geen zorgen over de content van het internet, maar over de vraag hoe de technologie áchter het internet ons denken kan beïnvloeden.”

Hoe kan dat dan?

“Onze hersens bestaan uit hersencellen, neuronen geheten. Die communiceren met elkaar doordat ze via zogeheten synapsen met elkaar verbonden zijn. De synapsen zijn dus cruciaal voor hoe we denken en voor wie we zijn. Belangrijk is dat de hersenstructuur plastisch is: plooibaar. Onze neuronen leggen constant nieuwe synapsen aan en breken oude synapsen af. Elke keer dat je een handeling uitvoert, wordt in je hersens en reeks neuronen geactiveerd en vindt er een synaptische verbinding plaats. Hoe vaker je dezelfde handeling uitvoert, hoe sterker die verbinding wordt. Het punt is dat plasticiteit niet hetzelfde is als elasticiteit: synapsen schieten niet meer terug naar hun oorspronkelijke vorm, maar klampen zich vast aan hun nieuwe vorm. Ons brein werkt zo dat we eenmaal gevormde circuits willen blijven trainen. Doordat we zo veelvuldig online zijn, zullen de verbindingen die daardoor ontstaan heel stevig worden verankerd in ons brein. Ik vrees dat dit ten koste gaat van de verbindingen die te maken hebben met ‘diep’ denken.”

Dat informatie snel kan worden binnengehaald, belet niemand om die informatie vervolgens rustig en ‘diep’ te verwerken. Kunnen die twee denkvormen niet naast elkaar bestaan?

“Natuurlijk kunnen diep en snel denken naast elkaar bestaan. Maar wat het internet doet, is dat het ons steeds meer en steeds vaker in een stroom van afleiding plaatst. Met de recente ontwikkeling waarbij statische websites steeds meer worden vervangen door interactieve netwerken, is die afleiding alleen maar versterkt. Met RSS, Twitter en live updates is er continu afleiding. Mensen kunnen in principe beide manieren van denken toepassen, maar ze krijgen er de kans niet meer voor.”

Dit is een fragment van een interview, te vinden in KIJK 5/2011, in de winkel van 8 april tot en met 5 mei. De tekst werd geschreven door Rik Peters.

ABC News interviewt Nicholas Carr over zijn boek:

Beeld: Joanie Simon (foto), Mr. Pen (illustratie)