Betere reactoren moeten kernenergie uit slop halen

André Kesseler

21 juni 2014 11:00

Als het over de toekomst van kernenergie gaat, denken we al snel aan kernfusie. Maar dat laat nog wel even op zich wachten. Het goede nieuws is dat er onder andere naar aanleiding van de Fukushima-ramp weer veel ‘gewoon’ nucleair onderzoek plaatsvindt. Zo wordt er gewerkt aan ‘reactoren van de vierde generatie’.

Even leek kernenergie toch nog een zonnige toekomst tegemoet te gaan. Het begin van een nieuw millennium bracht een nieuw optimisme, de ramp met de kerncentrale in Tsjernobyl begon uit het collectieve geheugen weg te zakken en de steeds maar groeiende wereldeconomie stuwde de vraag naar elektriciteit tot ongekende hoogte op. Het kon niet anders dan dat nucleaire energie een bijdrage zou moeten leveren om aan die vraag te voldoen.

Maar opeens deelde het lot een reeks rake klappen uit. De wereldwijde crisis werd ingezet. Milieuheffingen die de uitstoot van CO2 tegen moesten gaan en kolencentrales dus duurder zouden maken, kwamen niet van de grond. Amerika zette vol in op de winning van schaliegas. En tot overmaat van ramp overspoelde een tsunami de Japanse kust, waarna reactorvaten van de de Fukushima Dai-ichi-centrale droog kwamen te staan en de splijtstof smolt. De ‘wederopstanding van de nucleaire industrie’ ging uit als een nachtkaars.

De vraag is of er de komende twintig tot dertig jaar op nucleair gebied nog iets zal gebeuren. Maakt kernenergie een comeback of is het nu écht afgelopen? En als er dan een opleving komt, hoe zien de nieuwe kernreactoren er dan uit? Maar de eerste vraag moet zijn: hebben we kernenergie eigenlijk wel nodig?

Dit is het begin van een artikel te vinden in KIJK 8/2014. Dit nummer ligt in de winkel van 26 juni tot en met 23 juli.

Meer informatie:

Beeld: Getty Images