Oké, afgelopen zomer werden we even opgeschrikt door de EHEC-bacterie. Maar verder is het redelijk rustig op enge-grote-epidemieën-gebied. Stilte voor de storm? Met de steeds verder toenemende globalisering lijkt het slechts een kwestie van tijd voordat er een echte killer onder de infectieziektes opstaat.
Op 13 april 2009 overleed een 39-jarige vrouw uit Oaxaca, Mexico, aan wat de dokters beoordeelden als een door diabetes versterkte longontsteking. Maar een ruime week later kregen twee kinderen in Californië dezelfde verschijnselen en bleek dat het om een nieuwe vorm van varkensgriep ging. Nóg eens een week later was de ziekte, intussen Mexicaanse griep gedoopt, al op drie continenten te vinden. Op 11 juni werd de griep, met ‘typenummer’ H1N1, door de Wereldgezondheidsorganisatie uitgeroepen tot pandemie. Uiteindelijk stond de teller op tienduizenden besmettingen en vele duizenden doden.
De razendsnelle, wereldwijde opmars van de Mexicaanse griep laat zien dat echt iedereen gevaar loopt bij een grote uitbraak van een potentieel dodelijk virus – al kreeg de ziekte niet de legendarische status van de Zwarte Dood of de Spaanse Griep. Maar door de toenemende bevolkingsdichtheid en globalisering zit die ene, nóg dodelijkere epidemie er wel aan te komen. Wat maakt een epidemie eigenlijk tot een killerpandemie? En welke ziektes zijn momenteel de meest waarschijnlijke kandidaten om het zover te schoppen?
Dit is het begin van een artikel uit KIJK 3/2012, in de winkel van 10 februari tot en met 8 maart.
Meer informatie:
Tekst: Stephan van Duin
Beeld: St. Louis Post Dispatch