Waarom een raket de ruimte in krijgen zo lastig is

KIJK-redactie

11 april 2015 16:00

Sinds het begin van het ruimtevaarttijdperk is bijna 10 procent van alle raketlanceringen fout gegaan. Elke mislukking betekent niet alleen een financiële aderlating, maar ook oponthoud voor het betreffende programma. Wat maakt het zo moeilijk om een raket de ruimte in te krijgen? En hoe vergroot je de kans op succes?

Dinsdag 28 oktober 2014. Nagelbijtende vluchtleiders op de lanceerbasis Wallops Spaceport in de Amerikaanse staat Virginia. Gaat de derde Cygnus-capsule, met aan boord vracht voor het internationale ruimtestation, een bijna foutloze missie vliegen, net als zijn twee voorgangers? Stelt de Antares-raket na vier succesvolle lanceringen ook dit keer niet teleur? De commentator telt af bij de live-stream die overal ter wereld door ruimtevaartfans en de media wordt gevolgd. Vijf vier, drie, twee, één…

Exact vijftien seconden duurt de lanceerroes voor de vluchtleiders van het bedrijf Orbital Sciences Corporation. Daarna zien ze hun raket in een dramatische explosie verdwijnen. De schade: bijna 200 miljoen euro voor de raket en de vrachtcapsule en nog eens 15 miljoen euro aan het lanceerplatform.

De cijfers liegen er niet om. In 2014 mislukten vier van de 92 lanceringen. Behalve de Antares ging het om twee Proton-raketten en een Sojoez die satellieten van het Europese navigatiesysteem Galileo naar de ruimte moest brengen. En dan was 2014 statistisch gezien nog een goed jaar voor de lanceerbusiness. Tussen 4 oktober 1957 (de eerste Spoetnik) en 31 december 2014 waren er in totaal 5438 pogingen om een raket de ruimte in te schieten. Daarvan ging het 457 keer mis; een faalpercentage van 8,4 procent. Blijkbaar valt het helemaal niet mee om een raket te lanceren. Maar hoe komt dat?

Dit is een fragment van een artikel te vinden in KIJK 5/2015. Dit nummer ligt in de winkel van 23 april tot en met 20 mei.

Meer informatie:

Correcties:

  • In dit artikel wordt ‘F is m maal a’ de eerste wet van Newton genoemd; dat had natuurlijk de tweede wet van Newton moeten zijn.
  • Verder vatten we de derde wet samen met ‘actie is reactie’. Hier was ‘actie is min reactie’ beter geweest, om aan te geven dat de richting van de reactie tegengesteld is aan die van de actie. Met dank aan Daniel van der Plaats.

Tekst: Sander Koenen

Beeld: NASA