In de nieuwste KIJK lees je een reportage over een onmisbaar internetknooppunt. Maar hoe begon het internet? Hoofdredacteur André Kesseler geeft een kort geschiedenislesje.
In 1989 stelde Tim Berners-Lee, wetenschapper bij CERN, een nieuw project voor dat zijn manager bestempelde als ‘vaag, maar spannend’. Berners-Lee’s idee was gebaseerd op hypertekst, waarbij teksten worden voorzien van activeerbare links die – met een muisklik of een paar toetsen op de ramplank – leiden naar andere informatie. Hypertekst bestond al. Maar de Brit bedacht dat het een goed idee zou zijn om al die links te standaardiseren en met elkaar te verbinden, zodat informatie eenvoudiger tussen wetenschappers kon worden gedeeld. De naam van dat projectje: WorldWideWeb.
TimBL (zoals zijn bijnaam luidde) werkte daarin overigens nauw samen met de Belgische informaticus Robert Cailliau, die in grote lijnen en ook rond die tijd dezelfde briljante ingeving had. In november van datzelfde jaar waren de eerste clients en servers met behulp van het Hypertext Transfer Protocol (HTTP) via het internet aan elkaar geknoopt.
Kijkje achter de schermen
Hoe geniaal de grondleggers van het huidige internet ook waren, ze kunnen domweg niet hebben voorzien wat voor een enorme revolutie ze zouden veroorzaken. Net als de gemiddelde gebruiker allang niet meer beseft wat er allemaal nodig is om ervoor te zorgen dat hij de hele wereld over kan klikken.
En ook op de redactie staan we er niet vaak genoeg bij stil wat er allemaal schuilgaat achter de technologie die we voor elk verhaal, elke foto en elke fase in het productieproces van KIJK gebruiken. Daarom waren we ook zo blij dat Mark van den Tempel voor ons een kijkje achter de schermen mocht nemen bij de Amsterdam Internet Exchange. Het in 1994 opgerichte AMS-IX groeide namelijk uit tot een onmisbaar knooppunt in dat tot waanzinnige proporties uitgegroeide netwerkje van CERN. Met dank aan TimBL.
Deze redactioneel staat in KIJK 8/2024. Bestel deze editie eenvoudig via de onderstaande knop.