Hoofdredacteur André Kesseler wordt weleens boomer genoemd en zelf ergert hij zich soms aan Gen-Z’ers. Maar zijn de verschillen tussen generaties echt zo groot?
Ik heb een grijze baard en een mening. En wat gebeurt er dan als je, zoals ik, steeds meer mensen om je heen hebt die jonger zijn dan jij? Dan word je – ondanks dat ik daar met bouwjaar 1966 toch echt twee jaar te jong voor ben – uitgescholden voor boomer.
- “Sjesus, wat doen die mensen met al die prikplaatjes in hun huid toch hun best om uniek te zijn.”
- “Oké, boomer.”
- “Vroeger hadden we geen Minecraft, maar bouwden we gewoon hutten in het bos.”
- “Oké, boomer.”
Van alle tijden
Dat afzetten tegen de oudere generatie hoort erbij en is van alle tijden. In mijn tijd was ik het bijvoorbeeld ook roerend met Van Kooten en De Bie eens toen die in 1984 zongen: “Ouwe lullen moeten weg, ouwe lullen moeten weg, ouwe lullen staan alleen maar in de weg!” En nu ben ik er dan dus zelf eentje.
Eveneens van alle tijden is dat je je zorgen maakt over de generaties die straks de wereld draaiende moeten houden. Want, zo hoor ik dan om me heen: wat kunnen ‘hunnie van onder de twintig’ slecht tegen kritiek. Wat hebben sociale media ze tot emotionele en kwetsbare mensen gemaakt. En hoe moet je in godesnaam een sociaal mens worden als je de hele dag met je hoofd in een scherm zit? Jonge generaties zijn allemaal watjes. Gen-X rules! Hooah!
Toch niet zo veel verschillen
Maar van het denken in wij en zij is nog nooit iemand beter geworden. Elke westerse generatie heeft zo zijn (in zekere zin first-world-)problemen. Toen ik, om maar iets te noemen, ergens in de jaren negentig de arbeidsmarkt betrad, waren er wel woningen, maar geen banen. Nu zijn er banen zat, maar geen woningen.
Toch verschillen de generaties niet zoveel van elkaar. Lees daar alles over in het geweldige verhaal van Ellemiek de Wit. Het bracht mij berusting en acceptatie. Behalve waar het tatoeages betreft. Want hé, ik heb een grijze baard en een mening.
Deze redactioneel staat ook in KIJK 9/2024.