We stampen wat uit de grond: steden, wegen, havens, wolkenkrabbers, vliegvelden… Maar soms maken mensenhanden iets dat je als een soort modern wereldwonder kunt beschouwen. In deze aflevering van de serie Wereldprojecten: Chicago’s Tunnel and Reservoir Plan (TARP), het grootste rioleringsproject ooit.
De bewoners van Chicago waren het in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw spuugzat. In de zomers en in het najaar werden ze steeds opnieuw geteisterd door intense stortbuien die hele stadswijken onder water zetten. Kelders liepen vol stinkend rioolwater en straten werden onbegaanbaar. Doordat de zuiveringsinstallaties het aanbod van al dat water niet konden verwerken, dobberde alles wat de bewoners door hun toiletten en gootstenen spoelden ongezuiverd in de Chicagorivier. Het water daarvan was inmiddels zo verontreinigd dat er nauwelijks nog een vis in leefde.
Lees ook:
57 jaar na dato
Er moest voor eens en voor altijd afgerekend worden met deze ellende. Daarom gaf burgemeester Richard Daley in 1972 opdracht om het Tunnel and Reservoir Plan uit te voeren, kortweg TARP. De stad zou tot een diepte van maximaal 100 meter grote rioleringstunnels boren met een totale lengte van 175 kilometer. Deze tunnels zouden bij grote stortbuien het overtollige water afvoeren naar drie reservoirs, die vele miljarden liters water konden bevatten.
De kosten werden in 1972 begroot op 1,2 miljard dollar (omgerekend naar nu zo’n 8,6 miljard euro). TARP zou binnen dertig jaar klaar moeten zijn. Spoiler: dat is niet gelukt. Momenteel is 90 procent van het project in gebruik; de bouwers schatten dat dit over vier jaar – dus 57 jaar na dato – 100 procent zal zijn. Maar is de op twee na grootste stad van de VS dan daadwerkelijk voorgoed verlost van wateroverlast en -vervuiling?
Je leest het in het volledige artikel in KIJK 4-2025. Bestel deze editie in onze webshop, of eenvoudig via de knop hieronder.
Tekst: Teake Zuidema
Beeld: Courtesy of the Metropolitan Water Reclamation District of Greater Chicago