De science achter tv-series

KIJK-redactie

16 oktober 2013 11:00

Wetenschap niet sexy? Zet de tv aan en aanschouw het tegendeel. In series van nu is de held forensisch expert, diagnostisch arts of scheikundeleraar. Maar hoe betrouwbaar is al die televisiewetenschap eigenlijk? KIJK ontleedt vijf populaire series, waaronder Dexter.

Bloedspatpatroononderzoeker is niet alleen een prachtig scrabblewoord (als het op het bord had gepast), maar ook de baan van de titelheld uit misdaadserie Dexter. Dexter Morgan is een psychopatische seriemoordenaar die zijn afwijking bijna volmaakt heeft leren verbergen voor de buitenwereld, mede dankzij zijn baan bij de afdeling Moordzaken van het politiekorps in Miami.

Bij de geadopteerde Dexter openbaarde de bloeddorst zich al jong. Zijn stiefvader Harry, zelf politiedetective, zag de bui al hangen en leerde zijn zoon ‘De Wet’: als hij dan toch mensen moest doden, dan alleen moordenaars die anders zeker weten opnieuw de fout in zouden gaan – en natuurlijk zonder zelf te worden gepakt.

De wetenschap

Een bloedspatpatroonanalist bekijkt op de plaats delict de baan die bloeddruppels hebben afgelegd. Hij berekent snelheid en inslaghoek, en spant draden die de banen moeten verbeelden. Daarmee kan hij niet alleen de precieze locatie van de moord bepalen, maar ook zaken als de lengte van de moordenaar en het type moordwapen.

Heel veel tijd besteedt de serie niet aan Dexters expertise. Logisch, want het is nogal een saai klusje om in beeld te brengen. We zien hem de felrode draadjes spannen en horen de conclusies van zijn observaties, en daarna gaat de serie snel door met sexyer politiewerk.

Het verschil tussen Dexter en de psychopaten op wie hij jaagt is de al genoemde ‘Wet’ van vader Harry. In feite neemt deze wet de plaats in van wat Freud het superego noemt: de censurerende kracht die een kind meekrijgt van zijn ouders. Oftewel: de geboden en verboden die uiteindelijk ons geweten vormen. We leren gaandeweg de reeks dat Dexter in zijn vroege jeugd een trauma heeft meegemaakt dat waarschijnlijk zijn stoornis heeft gevormd. Zijn verslaafde moeder is in zijn bijzijn vermoord en Dexter werd pas dagen later te midden van haar bloed gevonden.

Een truc die de schrijvers bedachten om Dexter sympathieker te maken, is hem per seizoen een dubbelganger te geven (Freuds zogenoemde doppelgänger); iemand met dezelfde psychopathische neigingen. In het eerste seizoen is dat zijn tweelingbroer Brian, die als kind hetzelfde trauma heeft ondergaan. Alleen heeft híj nooit een vaderfiguur gekend en ook geen ‘Wet’ meegekregen. Zo kon hij uitgroeien tot de archetypische, compleet gestoorde seriemoordenaar die we kennen uit andere films en series. Naast zo’n dubbelganger is Dexter – haast – een goeie vent.

Dit is het begin van een item over de wetenschap in Dexter. De rest van dit artikel is, samen met teksten over CSI, House M.D., Breaking Bad en Game of Thrones, te vinden in KIJK 12/2013. Dit nummer ligt in de winkel van 18 oktober tot en met 14 november.

Meer informatie:

Tekst: Mark van den Tempel

Beeld: Marco Lap