Eigenwijze superklappers

kijkmagazine

27 juli 2010 13:00

Supernova’s zijn zo bizar helder dat ze op miljoenen lichtjaren afstand nog te zien zijn. Maar dat betekent niet dat we alles afweten van deze enorme explosies in het heelal. Sterker nog: wetenschappers ontdekken steeds meer exemplaren die weigeren zich aan onze theorieën houden.

Weinig gebeurtenissen in het heelal zijn zo ingrijpend als een supernova. Hierbij ontploft een ster met zo waanzinnig veel spektakel, dat hij in zijn eentje korte tijd meer licht kan geven dan alle andere sterren in zijn sterrenstelsel bij elkaar. De hoeveelheid energie die hierbij vrijkomt, is ook meer dan indrukwekkend: wat de zon in meer dan 10 miljard jaar tijd uitstraalt, komt bij een supernova vrij in enkele weken tot maanden tijd.

En daar blijft het niet bij. Want zonder supernova’s zou de samenstelling van ons heelal heel wat saaier zijn. Ze zijn namelijk verantwoordelijk voor het maken en verspreiden van een groot deel van de scheikundige elementen zwaarder dan waterstof en helium – inclusief de elementen die noodzakelijk zijn voor leven zoals wij dat kennen. Daarnaast kunnen dit soort explosies ervoor zorgen dat nieuwe sterren ontstaan, door wolken moleculen in de ruimte samen te drukken. De dood van de ene ster kan dus zo de geboorte van een andere veroorzaken.

Maar er zit ook een minder prettige kant aan supernova’s. Vindt een dergelijke ‘poef’ ooit relatief dichtbij de aarde plaats, dan kan ons dat tijdelijk een flink deel van onze ozonlaag kosten. Schadelijke ultraviolette straling van de zon bereikt dan het aardoppervlak, wat mogelijk de dood betekent van een groot deel van het aardse leven.

Dat supernova’s grootse gebeurtenissen met grootse gevolgen zijn, staat dus wel buiten kijf. Bovendien vormen ze tegenwoordig een heet hangijzer binnen de sterrenkunde. Want waar het er eerder op leek dat je supernova’s heel overzichtelijk kunt verdelen over een paar duidelijke categorieën, duiken de afgelopen jaren steeds meer exemplaren op die zich niet aan onze regels houden. En wat we daarmee aanmoeten, daarover zijn de meningen verdeeld.

Foto: S. Park e.a./Penn State/CXC/Y.H. Chu, R. Williams e.a./UIUC/STScI/NASA

Foto: S. Park e.a./Penn State/CXC/Y.H. Chu, R. Williams e.a./UIUC/STScI/NASA

Dit is het eerste gedeelte van een artikel uit KIJK 9/2010, in de winkel van 30 juli t/m 26 augustus.

Geraadpleegde sites:

Beeld: J. Hester & A. Loll (Arizona State University)/NASA/ESA