Tijd: de raadselachtigste dimensie

KIJK-redactie

02 april 2014 09:00

Blauwe klokken

Tijd lijkt simpel. Eerst kwam vroeger, nu is nu en straks volgt de toekomst. Maar het gekke is: alle natuurwetten zijn tijdomkeerbaar. Hoe kan het dan dat tijd altijd vooruit loopt? Of is dat niet zo? En welke rol speelt de oerknal daarbij? Tijd voor opheldering.

Wat is tijd? “Als niemand het me vraagt, weet ik het. Als ik het uit wil leggen, weet ik het niet”, schreef kerkvader 
Augustinus, en hij had een punt. Iedereen weet dat tijd geld is, alle wonden heelt en bergen verslijt. Maar wat ís het?

Nu zijn er nog wel meer begrippen die zo basaal zijn dat ze nauwelijks zijn uit te leggen. Wat is ruimte? Wat is kleur? Maar daarbij zou je altijd nog kunnen wijzen. ‘Kijk, tussen deze tafel en het plafond zit het: ruimte.’ Maar hoe wijs je tijd aan? Je kunt een klok aanwijzen, of een cesium-133-atoom, dat per definitie 9.192.631.770 keer per seconde trilt. Maar een klok of een atoom is niet de tijd zelf, zoals een meetlint niet de ruimte zelf is. Tijd is vermoedelijk het enige dat 
je zou ervaren als geen enkel zintuig het meer deed.

Tijd is, kortom, een raadsel. Niet alleen voor ons, maar ook voor natuurkundigen – ook al speelt de tijd een hoofdrol in hun formules. Is de tijd ooit begonnen? En daarvóór dan? Waarom loopt hij maar één kant op? Zal hij altijd blijven doorlopen? En waarom lijkt de toekomst zo anders van aard dan het nu en het verleden?

Sommige wetenschappers denken dat de antwoorden op zulke vragen te maken hebben met de oorsprong van het heelal en de aard van natuurwetten. Anderen pleiten voor een radicaal nieuwe interpretatie van tijd. Hoe dan ook: het is tijd voor een nieuwe kijk op tijd.

Dit is het begin van een artikel te vinden in KIJK 5/2014. Dit nummer ligt in de winkel van 3 tot en met 30 april.

Meer informatie:

Tekst: Bruno van Wayenburg

Beeld: iStock