De ervaringen van vogels reiken veel verder dan we denken, meent Tim Birkhead. KIJK sprak met hem.
Volgens hoogleraar diergedrag Tim Birkhead kunnen vogels veel beter ruiken en horen dan de meeste mensen denken. Bovendien, zo betoogt hij in zijn boek De zintuigen van vogels, hebben ze emoties. Wetenschapsjournalist en bioloog Ronald Veldhuizen interviewde hem hierover.
KIJK: u stelt dat vogels emoties kennen. Dat lijkt me lastig om wetenschappelijk te onderbouwen.
Tim Birkhead: “Het is inderdaad enorm complex. Over dat hoofdstuk heb ik lang nagedacht. Ik ben ervan overtuigd dat vogels bepaalde emoties ervaren, maar hoe vertel je dat aan een breed publiek zonder je collega’s te vervreemden? De wetenschappelijke waarheid is namelijk dat je in zekere zin nooit helemaal kan weten wat er in zo’n dier omgaat. Het zou niet kloppen om zomaar wat te speculeren.”
Wat valt er dan te zeggen over vogelemoties, zonder te speculeren?
“Op het eerste gezicht lijkt het niet alsof vogels veel emotie ervaren. Ze hebben een vrij vlakke uitstraling, zonder gezichtsuitdrukking, en ze maken geen geluiden die duidelijk op pijn of plezier duiden. Maar er zijn goede redenen om aan te nemen dat ze gevoelens kennen. Darwin formuleerde knap hoe je emoties wellicht moet zien: dieren zoeken plezier op en vermijden pijn. Dat stuurt hun gedrag. Het verschil tussen plezier en pijn kun je zien als een continuüm, met genoegen aan de ene kant van het spectrum en ongenoegen aan de andere kant. Vanaf dat simpele startpunt valt verrassend veel over emoties bij vogels te zeggen. En het is een belangrijk gegeven voor dierenwelzijn. Neem kippen. In de bio-industrie worden hun snavelpunten afgeknipt om te voorkomen dat dieren in kleine ruimtes elkaar kapot pikken. Maar die ingreep is niet pijnloos, weten we nu uit onderzoek. Kippen dragen in hun snavel dezelfde pijnzenuwen als mensen, en deze vuren heftig wanneer de snavelpunt eraf gaat. Uren later vuren de zogenoemde langzame zenuwbundels, die wij associëren met aanhoudende pijn. Dat het allemaal vervelend voelt voor het dier, lijkt vrij zeker: vlak na de behandeling tot meer dan een jaar later gebruikt een kip zijn snavel veel minder.”
En emoties zoals verdriet?
“Dat weten we eigenlijk niet. Ik zag in Noord-Canada eens een ganzenpaartje bij een bevroren plas. De volgende dag merkte ik op dat helaas een van de twee was afgeschoten. De ander stond naast het dode lichaam. Een week later reed ik er weer langs, en tot mijn verbazing hield die ene gans nog steeds de wacht bij zijn dode partner. Ik weet niet of het verdriet is, maar het is wel iets. Het heeft in elk geval te maken met de sociale band tussen de ganzen. En daar zijn ook goede redenen voor: een broedpaar dat graag bij elkaar blijft, heeft tijdens het grootbrengen van de kuikens een veel grotere slaagkans dat wanneer de band losser zou zijn. Daarom zijn veel vogels ook monogaam en blijven ze bij één partner. Die sterke band zie je aan allerlei dingen. Als een van de twee terugkomt van een lange tocht, begroeten ze elkaar uitgebreid met rituelen. Of dat soort gedrag met liefdesgevoelens samengaat, weten we niet. Bij mensen hangt dat gevoel samen met hormonen zoals oxytocine en vasopressine. Er wordt nu onderzocht of bij vogels zulke hormonen ook een rol spelen.”
Dat vogels op televisie vaak worden neergezet als hét voorbeeld van monogamie en ware liefde, daar zit dus wel wat in?
“Nou, vogels zijn niet monogaam op de manier zoals waarop wij mensen dat begrip invullen. Paartjes delen wel de broedtaken, maar mannetjes blijken er buitenechtelijke relaties op na te houden. Als zijn partner het niet ziet, probeert hij gauw een ander vrouwtje te bevruchten. Vroeger werd dat soort gedrag afgedaan als schijnparingen. Biologen beschouwden dan ook de meeste vogels als puur monogaam. Maar nu weten we dankzij DNA-tests dat vaders in veel gevallen daadwerkelijk andermans kuikens grootbrengen. Precies dat is wat ik zo spannend vind aan wetenschap: we moeten continu in de gaten houden of we onszelf niet voor de gek houden en wel een juist beeld van de waarheid hebben. Alleen met goed doordachte experimenten, technieken en inzichten kom je verder.”
Dit is een fragment van een interview te vinden in KIJK 12/2013. Dit nummer ligt in de winkel van 18 oktober tot en met 14 november.
Tekst: Ronald Veldhuizen