Er leven meer dan 7 miljard mensen op de wereld en onze invloed is gigantisch: we veranderen het landschap, de lucht, de zee en produceren van alles en nog wat. We zijn een toproofdier dat altijd boven aan de voedselketen zal staan. Ons kan niets gebeuren, toch? Maar ook wij zijn niet immuun voor een massa-uitsterving.

Er hangen ons heel wat gevaren boven het hoofd: een inslag van een meteoriet, de uitbarsting van een supervulkaan, een allesvernietigende kernoorlog, een dodelijk virus of een genetisch ongelukje waardoor we permanent onvruchtbaar worden.

Het zou dus zomaar kunnen dat de mens ooit uitsterft. Onze invloed op de wereld zou dan opeens (of geleidelijk) wegvallen. Mits wij de planten en dieren niet in onze val meesleuren, zou dat zonder twijfel een verademing zijn voor natuur en klimaat. En wie weet maakt het zelfs de weg vrij voor de ontwikkeling van een nieuwe dominante en intelligente soort.

Stel, de mens verdwijnt plotseling. Het eerste wat er dan gebeurt, is dat de aarde één grote crashsite wordt. Auto’s botsen op elkaar, vliegtuigen vallen uit de lucht. Binnen enkele uren houden energiecentrales ermee op, wanneer er geen brandstoffen meer worden aangeleverd. Olieraffinaderijen en chemische fabrieken worden tikkende tijdbommen. Wanneer de stroom uitvalt en er door overbelasting een te hoge druk ontstaat, breken er allesvernietigende branden uit die giftige troep, zoals blauwzuur en dioxinen, de lucht in jagen. En dan hebben we het nog niet eens over de tanks waarin vloeibare brandstoffen onder hoge temperatuur zijn opgeslagen. Wanneer de bodems door gebrek aan onderhoud na verloop van tijd doorroesten, lekt de giftige inhoud in de grond.

Dit is het begin van een artikel te vinden in KIJK 3/2014. Dit nummer ligt in de winkel van 6 februari tot en met 5 maart. 

Meer informatie:

• Visionair.nl: Wanneer zal de mensheid verdwijnen?
• SciencePalooza.nl: Een wereld zonder mensen
• Joop.nl: Hoe Parijs er uit ziet als niemand er meer is
• Urbanghostsmedia.com: Alan Weisman – The world without us

Beeld: André Kesseler