Elke zondag op de KIJK-site: een legendarische gebeurtenis of een opmerkelijk vliegtuig uit de luchtvaartgeschiedenis. Deze keer: de mysterieuze crash van een Italiaanse DC-9.
Aerolinee Itavia Vlucht 870, op 27 juni 1980, had een heel normale moeten zijn. Een hopje van 800 kilometer van het Noord-Italiaanse Bologna naar het Siciliaanse Palermo. De McDonnell Douglas DC 9-15 vertrok twee uur te laat, met aan boord 77 passagiers, 2 stewardessen, en in de cockpit Domenico Gatti en eerste officier Enzo Fontana. Iets voor negen uur ‘s avonds meldde Fontana zich nog bij de luchtverkeersleiding in Rome.
‘Rome ACC 870, roger. Cleared to Raisi VOR, no delay expected. Call back for decent.’
’F/O to Raisi, no delay. We’ll call you for decent, 870.’
‘Rome ACC. That is correct.’
Het is de laatste informatie-uitwisseling met Itavia-vlucht 870. Om 20:59:45 geeft de transponder van het toestel de laatste positie door: een plek 75 kilometer ten noorden van het Italiaanse eilandje Ustica. En daar verdwijnt de DC-9 van de radar.
Meteen worden twee F-104’s van de Italiaanse luchtmacht eropuit gestuurd om polshoogte te nemen. Slecht zicht belemmert de missie en de twee vliegers keren onverrichter zake terug. Als een paar uur later dan toch de eerste brokstukken worden gevonden, wordt snel duidelijk dat er geen overlevenden zijn. Aanvankelijk denkt men dat het toestel is neergestort door een mechanisch defect. Ook een bom wordt niet uitgesloten.
Maar al snel komen er andere geruchten op gang. De DC-9 zou door een NAVO-jachtvliegtuig onder vuur zijn genomen. In de ruim dertig jaar die volgen, buigt de ene na de andere commissie zich over de zaak. Boekenkasten worden volgeschreven en films over de ramp, waaronder het indrukwekkende Muro di gomma (Muur van rubber), trekken volle zalen. Maar bewijzen en antwoorden blijken moeilijk te vinden.
Geruchtenmachine
Het gerucht dat er ten tijde van de crash veel NAVO-vliegtuigen in de buurt rondvlogen, blijkt erg hardnekkig. Evenals het vermoeden dat één van die toestellen de DC-9 met een raket uit de lucht heeft geschoten. Wanneer 22 dagen na de crash bekend wordt dat op een berg in Zuid-Italië een Libische MiG is neergestort, gaat de geruchtenmachine in een hogere versnelling.
Die MiG zou er al weken hebben gelegen. Hij zou samen met een andere MiG-23 van de luchtmachtbasis bij Tripoli naar Warschau zijn gestuurd en boven Sicilië door NAVO-vliegtuigen zijn gespot. Een van de MiG’s zou ervandoor zijn gegaan (en boven de Zuid-Italiaanse berg zijn neergeschoten), terwijl nummer twee zich voor de vijandelijke radarsystemen probeerde te verbergen door in de ‘schaduw’ van het Italiaanse passagierstoestel te gaan vliegen. Uiteindelijk zou hij toch zijn ontdekt, waarna een van de NAVO-vliegers, vermoedelijk een Fransman, een raket afvuurde die per ongeluk het passagiersvliegtuig raakte.
Anderen vermoeden dat het iets te maken zou hebben met Khadaffi. De relatie tussen Libië en het Westen bevond zich op dat moment op een dieptepunt en de Libische leider zou ten tijde van de crash boven de Tyrreense zee hebben gevlogen. En in een poging om de Libische Leider te liquideren, zouden de NAVO-vliegers per ongeluk het verkeerde toestel hebben neergehaald. Tegelijkertijd blijven verschillende NAVO-landen, waaronder de VS, Frankrijk, Groot-Brittannië en Duitsland bij hoog en laag volhouden dat ze ten tijde van de ramp geen toestellen in het gebied hadden.
Strage di Ustica
Vreemd is in elk geval dat de verschillende Italiaanse onderzoekscommissies op allerlei manieren worden tegengewerkt als ze bij de NAVO en de Italiaanse luchtmacht bijvoorbeeld vragen om de radargegevens van die bewuste avond. De banden met gegevens blijken ineens onvindbaar en Italiaanse officieren en luchtmachtgeneraals weigeren elke vorm van medewerking.
Maar de onderzoeken gaan door en na negen jaar weet de Parlementaire Terrorismecommissie van senator Giovanni Pellegrino genoeg. De commissie concludeert: ‘Het DC 9-incident vond plaats na een militaire interceptie, de DC-9 werd geraakt, de levens van 81 mensen werden verwoest door een actie die niet anders kan worden omschreven dan een oorlogshandeling, een geheime politionele actie tegen ons land, die onze grenzen en onze rechten heeft geschonden. Door deze verklaring verandert het ‘Ustica-incident’ in ‘Strage di Ustica’: de massamoord bij Ustica.
Ondanks het rapport blijven nog veel vragen onbeantwoord en keiharde bewijzen zijn er nauwelijks. Was het echt een geval van friendly fire, of was er toch een bom aan boord? En als het een raket was, wie vuurde die dan af? In september 1990 neemt magistraat Rosario Priore en zijn Tribunale di Roma de zaak op zich. Het is de vijfde commissie die zich met het Ustica-incident bezighoudt. Een internationale dit keer, samengesteld uit tien experts: twee Engelsen, een Zweed, twee Duitsers en vijf Italianen.
Al snel worden de geruchten ontzenuwd dat de NAVO-vliegers op jacht waren naar een toestel met Khadaffi aan boord. Priore weet te achterhalen waar Khadaffi op 27 juni 1980 was, en dat was niet in een vliegtuig boven Sicilië. En het wrak van de Libische MiG op de berghelling in Zuid-Italië blijkt niets met de zaak te maken te hebben. Ooggetuigen zagen namelijk hoe het toestel ruim twee weken na de DC-9 crash tegen de berg in Calabrië vloog.
Omdat wrakstukken van de DC-9 op drie verschillende plekken en over een gebied van meer dan 200 vierkante kilometer werden teruggevonden, moet het toestel al in de lucht uit elkaar zijn gespat. De 38 lichamen die in de dagen na de ramp uit het water werden gehaald, bevestigen deze theorie. De meesten hadden nauwelijks externe verwondingen en hun kleren waren afgerukt of naar de uiteinden van hun lichaamsdelen geschoven.
Volgens de onderzoekers is dat een teken dat ze niet in het vliegtuig zaten toen dat naar beneden stortte. Het toestel is dus in de lucht uiteengevallen, waarmee een mechanisch defect uitgesloten is. De commissie geeft opdracht om opnieuw naar wrakstukken te zoeken en zo een poging te doen om het toestel min of meer compleet te krijgen. Uiteindelijk wordt een flink deel van de romp teruggevonden en gereconstrueerd.
Een doorbraak wordt bereikt als Priore een rechtstreekse oproep doet aan secretaris-generaal van de NAVO Javier Solana om ervoor te zorgen dat de radargegevens nu eindelijk eens boven tafel komen. Solana, net druk bezig om de NAVO een nieuw imago van openheid en transparantie te bezorgen, geeft Priore waar hij om vraagt.
En dan blijkt dat er al die tijd gelogen is. Er waren juist heel veel militaire vliegtuigen in het gebied; volgens de radargegevens meer dan dertig. In de buurt van het Itavia-toestel vlogen drie Italiaanse F-104 Starfighters, twee Amerikaanse A-7 Corsairs, een Frans jachtvliegtuig en één of twee Libische MiG-23’s.
Geen raket, maar een bom
Uit analyse van de radarbeelden blijkt volgens deskundigen dat de Franse piloot een manoeuvre uitvoert om het toestel in een goede vuurpositie te brengen. Als de DC-9 kort daarna in duizenden stukken uit de lucht is gevallen gaat er één radarspoor door, dat van een Libische MiG die zich achter het toestel probeerde te verbergen. Uit de gegevens blijkt verder dat twee van de drie Italiaanse Starfighters meteen na de crash naar hun basis terugkeerden, terwijl ze continu noodsignalen uitzonden.
Onafhankelijk onderzoek van de crashdeskundige Frank Taylor, die ook betrokken bij het onderzoek naar de aanslag op Pan Am vlucht 103 bij Lockerbie, wijst daarentegen uit dat er geen sprake was van een raket. Volgens hem zou de crash veroorzaakt zijn door een bom in het achterste toilet van de DC-9. In de documentaire hieronder vertelt Taylor hoe hij tot die conclusie kwam.
In het 5488 pagina’s tellende rapport dat in 1999 wordt gepresenteerd, zegt Priore dat niet onomstotelijk kan worden vastgesteld wie er schuldig is aan de dood van de 81 mensen aan boord van vlucht 870. Wel concludeert de magistraat dat zijn onderzoek en dat van zijn voorgangers opzettelijk is gedwarsboomd door het Italiaanse leger en de geheime dienst, die daarmee gehoorgaven aan het verzoek van de NAVO om de feiten verborgen te houden.
Op basis van het rapport moeten vier Italiaanse generaals en vijf andere militairen zich kort daarna voor de rechter verantwoorden voor hun rol in de gebeurtenissen. De verdachten ontkennen alle beschuldigingen van hoogverraad en meineed en worden wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken.
De afgelopen jaren is de crash van de Italiaanse DC-9 nog verschillende keren in het nieuws geweest. Zo concludeert een rechtbank in Palermo in september 2011 dat de Italiaanse staat 100 miljoen euro moet betalen aan de nabestaanden van de slachtoffers omdat het de vlucht onvoldoende heeft beschermd en bovendien bewijsmateriaal heeft achtergehouden en zelfs vernietigd.
En op 23 januari 2013 verklaart de hoogste Italiaanse rechtbank, nadat de Italiaanse overheid beroep had aangetekend tegen de beslissing uit 2011, dat “het overduidelijk is dat het toestel door een raket werd neergehaald.”
Hoewel waarschijnlijk nooit duidelijk zal worden wat er die dag precies met Aerolinee Itavia vlucht 870 gebeurd is, kwam er voor de nabestaanden na 32 jaar dus toch een soort afsluiting. De voormalig Italiaanse president Giorgio Napolitano kreeg gelijk toen hij zei: “Tijd is geen obstakel in de zoektocht naar de waarheid.”
Bronnen: Jan van der Putten: Mysterie van ramp in 1980 met DC-9 opgelost, De Volkskrant (19 juni 1997). Frances Kennedy: Ustica Mystery, Generals on trial for air disaster. The Independent (29 september 2000). André Kesseler/Leo Polak: Complot!, Nieuw Amsterdam.
Beeld: Rapport Frank Taylor/luca.ghedini@gmail.com/CC BY SA 3.0/Museo Ustica/Google (bewerking)