KIJK-columnist, bioloog en conservator Kees Moeliker over twee wetenschappers die hun, op het oog onbelangrijke, onderzoek maar niet los konden laten.
Onderzoekers die zich ergens in vastbijten, verdienen diep respect. Neem William B. Bean (1909 – 1989). Deze Amerikaanse medicus besteedde het grootste deel van zijn volwassen leven aan het monitoren van de groei van zijn vingernagels.
Zijn resultaten publiceerde Bean in stukjes en beetjes. De eerste publicatie verscheen in 1968 in Archives of internal medicine (waarvan hij zelf de hoofdredacteur was) onder de titel ‘Nagelgroei: 25 jaar observatie’. In 1974 kwam deel twee: ‘Nagelgroei: 30 jaar observatie’. Twee jaar later doorbrak hij zijn gebruikelijke publicatieschema in een ander tijdschrift – International journal of dermatology – met het artikel ‘Enige aantekingen van een ouder wordende nagelkijker’. Hiertin tipt hij zijn collega’s dat gedetailleerde kennis van de snelheid van de nagelgroei van patiënten verrassende medische diagnoses kan opleveren.
In 1980 (dokter Bean is dan 71!) komt hij weer in zijn vaste publicatieritme met ‘Nagelgroei: 35 jaar observatie’. Zijn levenswerk laat zich als volgt samenvatten: de gemiddelde groei van de linker duimnagel liep uiteen van 0,123 millimeter per dag toen hij 32 was tot 0,095 millimeter toen hij de leeftijd van 67 jaar had bereikt. Ik voorspel u dat de wetenschap nooit meer zo’n unieke nagelwaarnemingsreeks zal krijgen voorgeschoteld. Helaas won William Bean geen Ig Nobelprijs voor zijn langlopende studie. Hij overleed twee jaar voordat die felbegeerde onderscheiding in het leven werd geroepen.
Een andere doorbijter is Donald L. Unger, huisarts te Californië. Hij presteerde het om vijftig jaar lang de knokkels van de vingers van zijn linkerhand stelselmatig minimaal twee keer per dag te kraken, terwijl hij de gewrichten van zijn rechterhand (de controlegroep) met rust liet. Hij volhardde in het experiment omdat zijn moeder hem altijd op het hart had gedrukt dat je van knokkelkraken artritis in de vingers krijgt.
Moeder had ongelijk: hij ontwikkelde in geen van beide handen gewrichtsontsteking. Voor dit vingeronderzoek, in 1998 gepubliceerd in Arthritis and rheumatism, ontving Donald Unger in 2009 wél de Ig Nobel geneeskundeprijs – inmiddels hoogbejaard en nog steeds artritisvrij.
Kees Moeliker staat met zijn column in elk nummer van KIJK. Deze tekst werd gepubliceerd in KIJK 12/2014.
Lees hier de column van Moeliker die in KIJK 11/2014 stond.
Beeld: Studio 5982