De overkill aan Engels in het Nederlands is voor taalpuristen een hot item. Voor KIJK is het geen big issue: Engelse woorden zijn helemaal niet de grootste bedreiging voor onze taal. Maar is er één manier waarop het Nederlands wél steeds meer op onze buurtaal gaat lijken.
Wie regelmatig Nederlandse jongeren (of managers, of wetenschappers) hoort praten, bekruipt wellicht de angst dat er steeds meer Engelse woorden het Nederlands in ‘sluipen’. Die vrees voor verengelsing is niet typisch Hollands. Ook in Duitsland, Frankrijk, Italië en vele andere landen vechten taalpuristen tegen Engelse volkstaalvernietiging.
Denk overigens niet dat Engels sprekenden breed grijnzend hun mondiale taalmonopolie afwachten; ook zij zijn bang. Begin 2008 beweerde professor Edwin Duncan van de Towson Universiteit dat het Engels zich, onder invloed van het net-niet-Engels van goedbedoelende Aziaten, zal ontwikkelen tot een compleet nieuwe taal: het Panglish. Hierin is the gereduceerd tot ze en he talks tot he talk. De Engelse expansie baart dus ook Engelstaligen zélf zorgen – zij het op een andere manier.
Maar is onze angst voor verengelsing eigenlijk wel terecht? Of moeten we ons er eerder zorgen om maken dat het Nederlands – gek genoeg – steeds meer op Panglish gaat lijken?
Dit is het eerste gedeelte van een artikel uit KIJK 6/2010, in de winkel van 6 mei t/m 2 juni. De tekst werd geschreven door Rik Peters.
Site met meer informatie: