Snel vliegtuig, trage geboorte

André Kesseler

31 januari 2014 11:00

De ontwikkeling van de JSF begint steeds meer op een langdradige soap te lijken. Maar dat is bij lange na niet het enige militaire vliegtuigproject dat zo dramatisch verloopt. Wat maakt het bouwen van een succesvol jachtvliegtuig nou zo verschrikkelijk moeilijk?

Als je het nieuws op luchtvaartgebied een beetje volgt, zakt de moed je weleens in de schoenen. Het lijkt wel alsof er geen militair vliegtuig ontwikkeld kan worden zonder dat begrotingen met belachelijke percentages worden overschreden en er een onnoemelijk aantal problemen moet worden opgelost voordat het ding eindelijk in gebruik kan worden genomen. Wat is er in hemelsnaam aan de hand in vliegtuigbouwland?

Vroeger ging het schijnbaar een stuk gemakkelijker. Een voorbeeld. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moesten de Britten de Royal Air Force razendsnel uitbreiden met nieuwe jachtvliegtuigen. Ze klopten aan bij het Amerikaanse bedrijf North American Aviation en besloten werd om een nieuw type vliegtuig te bouwen; de latere P-51 Mustang. In maart 1940 bestelden de Britten maar liefst 320 toestellen, 117 dagen later vloog het eerste prototype en op 1 mei 1941 werd de eerste combat ready Mustang in Groot-Brittannië afgeleverd. Tijd tussen idee en vliegtuig: 14 maanden.

Vergelijk dat eens met de ontwikkeling van de Amerikaanse F-22 Raptor, wereldwijd met gemak de meest geavanceerde jager. Daar wordt al sinds 1981 over nagedacht. Tien jaar later werd bekendgemaakt dat het YF-22 prototype van Lockheed Martin, Boeing en General Dynamics had gewonnen van de YF-23, gebouwd door Northrop Grumman en McDonnell Douglas. Nog eens ruim 6 jaar later maakte een F-22 de eerste testvlucht en op 7 januari 2003 werd de eerste Raptor geleverd. Tijd tussen idee en vliegtuig: 22 jaar!

Natuurlijk is de vergelijking zo oneerlijk als de pest. Afgezien van het feit dat beide toestellen kunnen vliegen, hebben ze nauwelijks overeenkomsten. Aan de andere kant beschikken we tegenwoordig over steeds geavanceerdere computers en robots, zijn de productieprocessen flink verbeterd en zijn er enorm sterke en toch superlichte materialen waar men ten tijde van de P-51 alleen nog maar van kon dromen. En dus rijst toch de interessante vraag op: waarom is het zo enorm moeilijk geworden om een nieuw vliegtuig te ontwikkelen?

Dit is het begin van een artikel te vinden in KIJK 3/2014. Dit nummer ligt in de winkel van 6 februari tot en met 5 maart. 

Meer informatie:

Beeld: Lockheed Martin